Sind die Verzierungen zurückgeschoben, abgelöst oder umgebogen, so darf der verbleibende Teil nicht um mehr als 10 mm hervorstehen und keine spitzen oder scharfen Kanten haben.
Nadat de versieringen naar binnen zijn geschoven, afgebroken of verbogen mogen de overblijvende uitsteeksels niet meer dan 10 mm uitsteken en geen puntige, scherpe of snijdende randen vertonen.