Die Verordnung ist in Zivil- oder Handelssachen anzuwenden, wenn ein Gericht eines Mitgliedstaats nach seinen innerstaatlichen Rechtsvorschriften das zuständige Gericht eines anderen Mitgliedstaats um Beweisaufnahme ersucht, oder darum ersucht, in einem anderen Mitgliedstaat unmittelbar Beweis erheben zu dürfen.
De verordening is van toepassing in burgerlijke en handelszaken waarin een gerecht van een lidstaat, overeenkomstig zijn nationale wet, het bevoegde gerecht van een andere lidstaat verzoekt een handeling tot het verkrijgen van bewijs te verrichten of een dergelijke handeling rechtstreeks in een andere lidstaat te mogen verrichten.