Der Gerichtshof schließt mit der Feststellung, dass ein Mitgliedstaat den Aufenthalt und die Besteuerung gebietsansässiger Steuerpflichtiger, die auf der Grundlage der Gemeinschaftsregelung betreffend die Koordinierung der Systeme der sozialen Sicherheit Beiträge an ein Sozialversicherungssystem eines anderen Mitgliedstaats entrichten, nicht weniger günstig behandeln darf.
Het Hof concludeert dat een lidstaat ingezeten belastingplichtigen die op basis van de gemeenschapsregeling inzake de coördinatie van de socialezekerheidsregelingen premies betalen aan een stelsel van sociale zekerheid van een andere lidstaat, op het gebied van verblijf en belastingheffing niet ongunstiger mag behandelen.
