(1) Zeigt die nach Artikel 260 durchgeführte Überprüfung, dass keine gleichwertige Beaufsichtigung stattfindet, so wenden die Mitgliedstaaten auf die Versicherungs- und Rückversicherungsunternehmen entweder die Artikel 218 bis 258 (außer den Artikeln 236 bis 243) sinngemäß oder eine der in Absatz 2 dieses Artikels festgelegten Methoden an.
1. Indien de overeenkomstig artikel 260 uitgevoerde verificatie uitwijst dat een gelijkwaardig toezicht ontbreekt, passen de lidstaten mutatis mutandis op de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen ofwel de artikelen 218 tot en met 258, met uitzondering van de artikelen 236 tot en met 243, ofwel één van de in lid 2 van dit artikel bedoelde methoden toe.