In seinem Urteil Gröditzer hat der Gerichtshof insbesondere entschieden, dass zur Klärung der Frage, ob die Privatisierung eines Unternehmens zu einem
negativen Kaufpreis Elemente staatlicher Beihilfe
enthält, „zu prüfen [ist], ob ein privater Investor von vergleichbarer Größe wie die Einrichtungen des öffentliche
n Sektors unter den gleichen Umständen hätte veranlasst werden können, im Rahmen des Verkaufs des betreffenden Unternehmens Kapitalhilfen dieses Umfangs zu gewähr
...[+++]en, oder ob er sich für die Liquidation des Unternehmens entschieden hätte“ (135).
Het Hof heeft in zijn Gröditzer-arrest meer specifiek geoordeeld dat om vast te stellen of de privatisering van een onderneming voor een negatieve verkoopprijs elementen van staatssteun bevat, „moet worden beoordeeld of een particulier investeerder die qua omvang vergelijkbaar is met de organen die de publieke sector beheren, in vergelijkbare omstandigheden ertoe zou kunnen worden gebracht, in het kader van de verkoop van die onderneming een even grote hoeveelheid kapitaal in te brengen, dan wel voor liquidatie van die onderneming zou hebben gekozen” (135).