In bezug auf das funktionale Interesse des zweiten Klägers in der Rechtssache Nr. 2348 wird im Erwiderungsschriftsatz angeführt, der Sondergesetzgeber habe dem Begriff « Interesse » vor dem Schiedshof die gleiche Bedeutung beimessen wollen, die dieser Begriff vor dem Staatsrat habe, der ein funktionales Interesse eines Mitglieds einer beratenden Versammlung annehme.
Wat het functioneel belang van de tweede verzoeker in de zaak nr. 2348 betreft, wordt in de memorie van antwoord opgemerkt dat de bijzondere wetgever aan het begrip « belang » voor het Arbitragehof dezelfde betekenis wilde toekennen als dat begrip heeft voor de Raad van State, die een functioneel belang van een lid van een beraadslagende vergadering aanvaardt.