Die FCD war bereits früher der Auffassung gewesen, die Beihilfe gewähre einen doppelten Vorteil: Sie begrenze das unternehmerische Risiko, das die Tierkörperbeseitigungsunternehmen normalerweise zu tragen hätten, und sie bedeute die Ausschaltung eines Kostenfaktors, der üblicherweise die Haushalte von Viehzüchtern und Schlachthöfen als den Erzeugern der Tierkörpern und Schlachthofabfällen belaste.
FCD was reeds van mening dat de steun een dubbel voordeel opleverde: het ondernemersrisico dat destructiebedrijven normaliter moeten dragen, werd beperkt en kosten die normaliter ten laste komen van de veehouders en de slachthuizen als producenten van kadavers en slachtafval, kwamen te vervallen.
