Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "gesetz nr 223 90 vorgesehene regelung " (Duits → Nederlands) :

Indem es dem Gesetzgeber ausdrücklich erlaubt wird, besondere Modalitäten vorzusehen, um die legitimen Interessen der Niederländischsprachigen und der Französischsprachigen in der ehemaligen Provinz Brabant zu wahren, und indem vorgesehen wird, dass die Regeln zur Festlegung dieser besonderen Modalitäten, nämlich diejenigen, die Bestandteil des vorerwähnten Gesetzesvorschlags sind, künftig nur durch ein mit besonderer Mehrheit angenommenes Gesetz abgeändert werden können, hat die vorgeschlagene Verfassungsreform zur Folge, dass der Ve ...[+++]

Bijgevolg omvat het bedoelde wetsvoorstel een keuze van de Grondwetgever zelf. Door de wetgever uitdrukkelijk toe te laten om bijzondere modaliteiten te voorzien teneinde de gewettigde belangen van de Nederlandstaligen en Franstaligen in de vroegere provincie Brabant te vrijwaren, en door te voorzien dat de regels die deze bijzondere modaliteiten vastleggen, namelijk deze die deel uitmaken van voormeld wetsvoorstel, in de toekomst slechts zullen kunnen worden gewijzigd door een wet aangenomen bij bijzondere meerderheid, heeft de voorgestelde herziening van de g ...[+++]


2. Verstößt Artikel 2 § 1 Nr. 1 letzter Satzteil des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, dahin ausgelegt, dass er es ermöglicht, auf unwiderlegbare Weise einen Unterschied einzuführen zwischen einerseits einer Kategorie von Selbständigen, für die keine (mögliche) Ausdehnung der Sozialversicherungsregelung für Arbeitnehmer vorgesehen ist und d ...[+++]

2. Schendt het artikel 2, § 1, 1°, laatste zinsnede van de Wet van 27 juni 1969 tot herziening van de Besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet samen gelezen met het artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in die zin geïnterpreteerd dat het toelaat, op onweerlegbare wijze, een onderscheid in te voeren tussen, enerzijds, een categorie van zelfstandigen voor wie geen (mogelijke) uitbreiding van het sociaalzekerheidsstelsel voor werknemers is voorzien en die dus noodzakelijkerwijze onder het sociaalzekerheidsrechtelijk s ...[+++]


Die zweite Vorabentscheidungsfrage betrifft die Vereinbarkeit von Artikel 2 § 1 Nr. 1 letzter Satzteil des LASS-Gesetzes mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, « dahin ausgelegt, dass er es ermöglicht, auf unwiderlegbare Weise einen Unterschied einzuführen zwischen einerseits einer Kategorie von Selbständigen, für die keine (mögliche) Ausdehnung der Sozialversicherungsregelung für Arbeitnehmer vorgesehen ist und die somit notwendigerweise der sozialversicherungsre ...[+++]

De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, van artikel 2, § 1, 1°, laatste zinsnede, van de RSZ-Wet, « in die zin geïnterpreteerd dat het toelaat, op onweerlegbare wijze, een onderscheid in te voeren tussen, enerzijds, een categorie van zelfstandigen voor wie geen (mogelijke) uitbreiding van het sociaalzekerheidsstelsel voor werknemers is voorzien en die dus noodzakelijkerwijze onder het sociaalzekerheidsrechtelijk stelsel voor de zelfstandigen vallen en, anderzijds een c ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 27. Mai 2015 in Sachen Eduard Gaj gegen die Gemeinde Opglabbeek, dessen Ausfertigung am 28. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Arbeitsgericht Antwerpen, Abteilung Tongern, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstoßen Artikel 63 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 über die Arbeitsverträge und Artikel 38 des Gesetzes vom 26. ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 27 mei 2015 in zake Eduard Gaj tegen de gemeente Opglabbeek, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 mei 2015, heeft de Arbeidsrechtbank te Antwerpen, afdeling Tongeren, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 63 van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 en artikel 38 van de Wet Eenheidsstatuut van 26 ...[+++]


Artikel 38 des Gesetzes vom 26. Dezember 2013 über die Einführung eines Einheitsstatuts für Arbeiter und Angestellte, was Kündigungsfristen und Karenztag betrifft, und von Begleitmaßnahmen (nachstehend: Gesetz vom 26. Dezember 2013) bestimmt: « Artikel 63 [des Gesetzes vom 3. Juli 1978 über die Arbeitsverträge], abgeändert durch das Gesetz vom 22. Januar 1985 und den Königlichen Erlass vom 21. Mai 1991, ist nicht mehr anwendbar: 1. auf die Arbeitgeber, die in den Anwendungsbereich des Gesetzes vom 5. Dezember 1968 über die kollektiven Arbeitsabkommen und die paritätischen ...[+++]

Artikel 38 van de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen (hierna : wet van 26 december 2013) bepaalt : « Artikel 63 van [de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten], gewijzigd bij de wet van 22 januari 1985 en het koninklijk besluit van 21 mei 1991, houdt op van toepassing te zijn : 1° voor wat betreft de werkgevers die onder het toepassingsgebied van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités vallen en hun werknemers, vanaf de ...[+++]


In den Vorarbeiten zum Gesetz vom 19. Dezember 1990, durch das die Übergangsregelung der erworbene Rechte im Sinne von Artikel 54ter des königlichen Erlasses Nr. 78 eingeführt wurde, wurde erklärt, dass diese Regelung, die es ursprünglich ermöglichte, von den vorgeschriebenen Befähigungsbedingungen abzuweichen, auf derjenigen beruhte, die zuvor für die Krankenpfleger vorgesehen war (ebenda, S. 5): « So wie es bereits für die Krank ...[+++]

In de parlementaire voorbereiding van de wet van 19 december 1990, die de overgangsregeling van verworven rechten bepaald in artikel 54ter van het koninklijk besluit nr. 78 heeft ingevoerd, werd verklaard dat die regeling, die het oorspronkelijk mogelijk maakte af te wijken van de opgelegde kwalificatievoorwaarden, geïnspireerd was op die welke voorheen voor de verpleegkundigen werd uitgewerkt (ibid., p. 5) : « Zoals reeds het geval was voor de verpleegkundige beroepen, moeten maatregelen worden genomen teneinde verworven rechten te k ...[+++]


« Es wäre ausserdem angesichts der Erwägung B.6 des vorerwähnten Entscheids Nr. 193/2009 für die Begründung vorteilhaft, wenn die Gründe angegeben würden, aus denen die in der geplanten Bestimmung vorgesehene Regelung nur den Antragstellern auf subsidiären Schutz, die eine schwere Krankheit geltend machen, und nicht den Antragstellern auf subsidiären Schutz aufgrund von Artikel 48/4 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 auferlegt wird » (ebenda, S. 292).

« Daarbij dienen in het licht van overweging B.6. van het voormelde arrest nr. 193/2009 in de memorie van toelichting de redenen te worden opgegeven waarom de regeling waarin de ontworpen bepaling voorziet alleen wordt opgelegd aan de aanvrager van de subsidiaire bescherming die zich beroept op een ernstige ziekte en niet aan de overige aanvragers van de subsidiaire bescherming op grond van artikel 48/4 van de wet van 15 december 1980 » (ibid., p. 292).


Der Gesetzgeber hat hingegen, was den Anfang der Verjährungsfrist betrifft, die besondere Regelung, die in Artikel 100 Absatz 1 Nr. 1 der Gesetze über die Staatsbuchführung vorgesehen ist, unverändert beibehalten, weshalb er keine Ubergangsmassnahme vorsehen musste.

Daarentegen heeft de wetgever, wat de aanvang van de verjaringstermijn betreft, het bijzondere stelsel waarin artikel 100, eerste lid, 1°, van de wetten op de Rijkscomptabiliteit voorziet, ongewijzigd gelaten, zodat hij niet in een overgangsmaatregel diende te voorzien.


« Verstösst Artikel 3 Absatz 3 des Gesetzes vom 14hhhhqJuli 1961 zur Regelung der Ersatzleistung für durch Hochwild verursachte Schäden, indem er es dem Eigentümer der beschädigten Äcker, Früchte oder Ernten ermöglicht, auf das in Artikel 7bis des Jagdgesetzes vom 28hhhhqFebruar 1882 vorgesehene Verfahren zurückzugreifen, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er auf einen von ihrem Hof als verfassungswidrig befundenen Artikel verweist, nachdem Ihr Hof in sei ...[+++]

« Schendt artikel 3, derde lid, van de wet van 14 juli 1961 tot regeling van het herstel der door grof wild aangerichte schade, doordat het de eigenaar van beschadigde akkers, vruchten en oogsten toestaat een beroep te doen op de procedure voorgeschreven bij artikel 7bis van de jachtwet van 28 februari 1882, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het verwijst naar een artikel dat zelf door uw Hof ongrondwettig werd geach ...[+++]


Aus den Vorarbeiten zu dieser Bestimmung geht hervor, dass dieser Zuständigkeitsvorbehalt die Finanzierung der Krankenhäuser aus föderalen Mitteln betrifft, so wie sie im Gesetz über die Krankenhäuser vorgesehen ist, insbesondere die Finanzierung von Investitionen und von Betriebskosten, sowie die Regelung über die Finanzierung der Defizite der öffentlich-rechtlichen Krankenhäuser (Dok., Senat, 1979-1980, Nr. 434/2, S. 122) ...[+++]

Uit de parlementaire voorbereiding van die bepaling blijkt dat dat bevoegdheidsvoorbehoud de financiering van de ziekenhuizen uit federale middelen betreft, zoals vervat in de wet op de ziekenhuizen, inzonderheid de financiering van de investeringen en van de werkingskosten, evenals de regeling inzake de financiering van de tekorten van openbare ziekenhuizen (Gedr. St., Senaat, 1979-1980, nr. 434/2, p. 122).


w