Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Ablehnung des Gesetzes
Annahme des Gesetzes
Anwendung der Gesetze sicherstellen
Anwendung des Gesetzes
Aussetzung des Strafvollzugs
Bewahrung des Vermögens des Landes
Bewahrung des kulturellen Erbes
Bewährung
Durchführung des Gesetzes
Durchführungsbestimmung
Gesetz über die Bewährung
Gültigkeit des Gesetzes
Mendel'sches Gesetze
Mendel-Gesetze
Mendelsche-Gesetze
Strafaufschub
Strafaussetzung
Strafaussetzung zur Bewährung
Vorzeitige Entlassung zur Bewährung

Vertaling van "gesetz bewährung " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE


Strafaussetzung zur Bewährung | vorzeitige Entlassung zur Bewährung

Voorwaardelijke invrijheidstelling


Anwendung des Gesetzes [ Durchführung des Gesetzes | Durchführungsbestimmung | Gültigkeit des Gesetzes ]

toepassing van de wet [ afwijking van de wet | geldigheid van de wet | inbreuk op de wet | schending van de wet | tenuitvoerlegging van de wet | termijn voor toepassing van de wet | voorwaarde voor toepassing | wijze van toepassing van de wet ]


Mendel-Gesetze | Mendelsche-Gesetze | Mendel'sches Gesetze

mendelwetten | regels van Mendel | wetten van Mendel


Annahme des Gesetzes [ Ablehnung des Gesetzes ]

goedkeuring van de wet [ verwerping van de wet ]


Strafaussetzung [ Aussetzung des Strafvollzugs | Strafaufschub | Strafaussetzung zur Bewährung ]

opschorting van de straf [ voorwaardelijke veroordeling ]


Bewahrung des kulturellen Erbes

instandhouding van het erfgoed


Bewahrung des Vermögens des Landes

vrijwaring van 's lands patrimonium




Anwendung der Gesetze sicherstellen

de toepassing van wetten garanderen | de toepassing van wetten verzekeren | zorgen voor de toepassing van wetten
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
« Verstößt Artikel 16.4.25 des Dekrets der Flämischen Region vom 5. April 1995 zur Festlegung allgemeiner Bestimmungen über Umweltpolitik in Verbindung mit Artikel 16.4.29 desselben Dekrets und mit Artikel 44 des flämischen Dekrets vom 4. April 2014 über die Organisation und das Verfahren gewisser flämischer Verwaltungsgerichtsbarkeiten gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern für den Zuwiderhandelnden, für den das organisierte Verfahren der Auferlegung von administrativen Geldbußen Anwendung findet, nicht die Möglichkeit vorgesehen wird, ganz oder teilweise den Aufschub der Ausführung der alternativen administrativen Geldbuße im Sinne des Gesetzes vom 29. ...[+++]

« Schendt artikel 16.4.25 DABM [decreet van het Vlaamse Gewest van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid], samen gelezen met artikel 16.4.29 DABM en artikel 44 DBRC-decreet [Vlaams decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges], de artikelen 10 en 11 van de Grondwet voor zover, voor de overtreder op wie de georganiseerde procedure van bestuurlijke beboeting van toepassing is, niet in de mogelijkheid voorzien wordt om geheel of gedeeltelijk uitstel van de uitvoering van de alternatieve bestuurlijke beboeting toe te kennen, in de zin van de wet van ...[+++]


der wegen eines Verstoßes gegen das Betäubungsmittelgesetz verfolgt wird, ermöglicht, den Vorteil der Anwendung der Bestimmungen des Gesetzes vom 29. Juni 1964 über die Aussetzung, den Aufschub und die Bewährung zu genießen, auch wenn er nicht die in den Artikeln 3 und 8 dieses Gesetzes festgelegten Bedingungen in Bezug auf frühere Verurteilungen erfüllt, während dieser Vorteil einem Angeklagten, der andere Straftaten im Hinblick auf den eigenen Drogengebrauch begangen hat, verweigert wird?

« Schendt artikel 9 van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, zoals vervangen bij artikel 14 van de wet van 3 mei 2003, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het alleen de beklaagde die vervolgd wordt wegens een overtreding van de Drugswet toelaat het voordeel te genieten van de toepassing van de bepalingen van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en ...[+++]


und andererseits Artikel 22ter Absatz 2 des Gesetzes vom 27. Juni 1969 nicht die Möglichkeit vorsieht, die darin vorgesehene von Amts wegen erfolgte Regularisierung der Beiträge auszusetzen oder mit einem vollständigen oder teilweisen Aufschub zu verbinden, während der Arbeitgeber, der wegen der gleichen Tatsachen vor dem Korrektionalgericht verfolgt wird, in den Genuss des Gesetzes vom 29. Juni 1964 über die Aussetzung, den Aufschub und die Bewährung gelangen kann, wobei also Kategorien von Personen, die sich in vergleichbaren Situ ...[+++]

en terwijl, anderzijds, artikel 22ter, tweede lid, van de wet van 27 juni 1969 niet voorziet in de mogelijkheid om de ambtshalve regularisatie van de bijdragen waarin zij voorziet, op te schorten of gepaard te laten gaan met een volledig of gedeeltelijk uitstel, terwijl de werkgever die wegens dezelfde feiten voor de correctionele rechtbank wordt vervolgd, de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie kan genieten, waardoor categorieën van personen die zich in vergelijkbare situaties bevinden, aldus verschillend worden behandeld ?


2. « Verstößt der in der ersten Vorabentscheidungsfrage erwähnte Artikel 30bis [ § 5] Absätze 1 und 2 des Gesetzes vom 27. Juni 1969 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er es der Person, die vom Landesamt für soziale Sicherheit vor das Arbeitsgericht geladen wird, um dazu verurteilt zu werden, dieser Einrichtung den in der beanstandeten Bestimmung genannten Zuschlag zu zahlen - wegen Nichtleistung der in Artikel 30bis § 4 Absätze 1 und 2 desselben Gesetzes vorgeschriebenen Zahlung -, nicht ermöglicht, die Aussetzung oder den Aufschub der Vollstreckung der Verurteilung zur Zahlung des genannten Zuschlags zu beantragen, währ ...[+++]

2. « Schendt het in de eerste prejudiciële vraag bedoelde artikel 30bis, [ § 5,] eerste en tweede lid, van de wet van 27 juni 1969 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de persoon die door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor de arbeidsrechtbank wordt gedagvaard, wegens de afwezigheid van de bij artikel 30bis, § 4, eerste en tweede lid, van dezelfde wet vereiste storting, teneinde te worden veroordeeld tot de betaling, aan die instelling, van de in de in het geding zijnde bepaling bedoelde bijslag, niet toestaat de opschorting of het uitstel van de tenuitvoerlegging van de veroordeling tot de betaling van die bijslag ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Die zweite Vorabentscheidungsfrage zielt darauf ab, vom Gerichtshof zu vernehmen, ob derselbe Artikel 30bis § 5 Absätze 1 und 2 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, indem er es der Person, die vom Landesamt für soziale Sicherheit vor das Arbeitsgericht geladen werde, um dazu verurteilt zu werden, dieser Einrichtung den in der beanstandeten Bestimmung genannten Zuschlag zu zahlen - wegen Nichtleistung der in Artikel 30bis § 4 Absätze 1 und 2 desselben Gesetzes vorgeschriebenen Zahlung -, nicht ermögliche, die Aussetzung oder den Aufschub der Vollstreckung der Verurteilung zur Zahlung des genannten Zuschlags zu beantrag ...[+++]

De tweede prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of datzelfde artikel 30bis, § 5, eerste en tweede lid, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de persoon die door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor de arbeidsrechtbank wordt gedagvaard, wegens de afwezigheid van de bij artikel 30bis, § 4, eerste en tweede lid, van dezelfde wet vereiste storting, teneinde te worden veroordeeld tot de betaling, aan die instelling, van de in de in het geding zijnde bepaling bedoelde bijslag, niet toestaat de opschorting of het uitstel van de tenuitvoerlegging van de veroordeling tot de betaling van d ...[+++]


Artikel 4 § 2 des Gesetzes vom 29. Juni 1964 über die Aussetzung, den Aufschub und die Bewährung (nachstehend: Gesetz vom 29. Juni 1964) bestimmt: « Der Prokurator des Königs und der Beschuldigte können gegen den Beschluss der Ratskammer, durch den die Aussetzung ausgesprochen wird, Einspruch erheben, und zwar aus dem Grund, dass die Bedingungen für die Gewährung der Aussetzung nicht erfüllt sind.

Artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie (hierna : de wet van 29 juni 1964) bepaalt : « De procureur des Konings en de verdachte kunnen tegen de beschikking van de raadkamer waarbij de opschorting wordt uitgesproken, verzet doen om reden dat aan de voorwaarden tot verlening van de opschorting niet voldaan is.


Aus diesen Gründen: Der Gerichtshof erkennt für Recht: Artikel 4 § 2 des Gesetzes vom 29. Juni 1964 über die Aussetzung, den Aufschub und die Bewährung verstößt nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.


Auszug aus dem Entscheid Nr. 27/2016 vom 18. Februar 2016 Geschäftsverzeichnisnummer 6176 In Sachen: Vorabentscheidungsfrage in Bezug auf Artikel 4 § 2 des Gesetzes vom 29. Juni 1964 über die Aussetzung, den Aufschub und die Bewährung, gestellt vom Kassationshof.

Uittreksel uit arrest nr. 27/2016 van 18 februari 2016 Rolnummer : 6176 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, gesteld door het Hof van Cassatie.


Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Präsidenten J. Spreutels und E. De Groot, und den Richtern A. Alen, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 18. März 2015 in Sachen A.M. gegen V. V. V., dessen Ausfertigung am 26. März 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Kassationshof folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 4 § 2 des Gesetzes vom 29. Juni 1964 ...[+++]

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters A. Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 18 maart 2015 in zake A.M. tegen V. V. V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 maart 2015, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uits ...[+++]


« Verstoßen die Artikel 30 und 31 des Gesetzes vom 26. Mai 2002 [ über das Recht auf soziale Eingliederung ] und Artikel 8 des Gesetzes vom 29. Juni 1964 [ über die Aussetzung, den Aufschub und die Bewährung ] gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie es Personen, die in betrügerischer Absicht gehandelt haben, nicht ermöglichen, wenn sie vor dem Arbeitsgericht einen Verwaltungsbeschluss, mit dem ihnen die Sanktion des Ausschlusses auferlegt wird und der in Anwendung von Artikel 30 § 1 Absatz 1 des Gesetzes vom 26. Mai 2 ...[+++]

« Schenden de artikelen 30 en 31 van de wet van 26 mei 2002 [ betreffende het recht op maatschappelijke integratie ] en artikel 8 van de wet van 29 juni 1964 [ betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie ] de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij personen die met bedrieglijk oogmerk hebben gehandeld, wanneer zij voor de arbeidsrechtbank een administratieve beslissing betwisten waarbij hun een sanctie van uitsluiting wordt opgelegd, genomen met toepassing van artikel 30, § 1, eerste lid, van de wet van 26 mei 2002, niet toelaten een maatregel van uitstel van de tenuitvoerlegging van de straffen te genieten, terwijl, wanneer z ...[+++]


w