(14) Der Dampfdruck von Ottokraftstoffgemischen muss überwacht werden, um die Luftschadstoffemissionen zu begrenzen. So erreicht der Anstieg des Dampfdrucks des Ottokraftstoff-Ethanol-Gemisches seinen Höchstwert bei einer Beimengung von Ethanol in Höhe eines Volumenanteils von 5 % und nimmt bei Gemischen mit höheren Ethanolanteilen wieder ab.
(14) De dampspanning van brandstofmengsels moet worden begrensd teneinde luchtverontreinigende emissies te beperken. De toename van de dampspanning van het benzine-ethanolmengsel bereikt haar maximum bij een toevoeging van 5 volumeprocent ethanol en neemt vervolgens af voor mengsels met een hoger ethanolaandeel.