(3) Von der Angabe des Preises je Masseinheit können die Mitgliedstaaten die in den Absätzen 1 und 2 aufgeführten Lebensmittel in Fertigpackungen ausnehmen, sofern sie in Mengen in den Verkehr gebracht werden, die kleiner als der niedrigste bzw. grösser als der höchste Wert der gemeinschaftlichen Wertereihen sind.
3. De Lid-Staten kunnen ontheffing verlenen van de verplichting tot aanduiding van de prijs per meeteenheid voor de in de leden 1 en 2 genoemde voorverpakte levensmiddelen, wanneer deze worden verkocht in hoeveelheden die groter zijn dan de hoogste of kleiner dan de laagste waarden van de communautaire reeksen.