Traduction de «gegenüber nichtobligatorischen » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Verbindlichkeit gegenüber Dritten | Verbinglichkeit gegenüber Dritten
verplichting ten opzichte van derden

soziale Verantwortung von Unternehmen [ betriebliche Umweltpolitik | ökologische Verantwortung des Unternehmens | SVU | Unternehmensumweltpolitik | Verantwortung des Unternehmens gegenüber der Gesellschaft | Verantwortung des Unternehmens gegenüber der Umwelt ]
sociale verantwoordelijkheid van ondernemingen [ ecologische verantwoordelijkheid | maatschappelijk verantwoord ondernemen | milieubeleid van een bedrijf | milieubeleid van een onderneming ]

ist Dritten gegenüber wirksam, kann Dritten entgegengehalten werden (EGH) | kann Dritten gegenüber geltend gemacht werden
kan aan derden worden tegengeworpen

Wirksamkeit gegenüber Dritten | Wirkung gegenüber Dritten
werking jegens derden

Mindestdauer für die Aussetzung dem Risiko gegenüber
minimumduur van blootstelling aan het risico

wirksam Dritten gegenüber
aan derden kunnen worden tegengeworpen

dem gegenüber Rechnung abgelegt wird
aan wie de rekening gedaan is

autoimmun | gegenüber dem eigenen Organismus immun
auto-immuun | met betrekking tot afweerstoffen gericht tegen de eigen lichaamsweefsels

einfühlsam gegenüber dem Produktionsteam sein
empathie hebben voor het productieteam

Passagiere zuvorkommend behandeln | sich Fahrgästen gegenüber freundlich verhalten
vriendelijk zijn tegen passagiers | vriendelijk zijn tegen reizigers

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

2. verweist darauf, dass die Verpflichtungsermächtigungen im HVE 2009 1,04 % der BNE entsprechen, was insgesamt eine Steigerung um 3,1 % gegenüber dem Haushaltsplan 2008 bedeutet, wobei die obligatorischen Ausgaben aufgrund der schrittweisen Einführung von Direktbeihilfen für die neuen Mitgliedstaaten um 4,7 % und die nichtobligatorischen Ausgaben um 2,4 % gestiegen sind;
2. wijst erop dat de vastleggingskredieten in het VOB 2009 overeenkomen met 1,04% van het BNI wat een totale stijging is van 3,1% in vergelijking met de begroting 2008, waarbij de verplichte uitgaven met 4,7% zijn gestegen als gevolg van de geleidelijke invoering van de rechtstreekse hulp aan de nieuwe lidstaten, en de niet-verplichte uitgaven met 2,4%;

2. verweist darauf, dass die Verpflichtungsermächtigungen im HVE 2009 1,04 % des BNE entsprechen, was insgesamt eine Steigerung um 3,1 % gegenüber dem Haushaltsplan 2008 bedeutet, wobei die obligatorischen Ausgaben aufgrund der schrittweisen Einführung von Direktbeihilfen für die neuen Mitgliedstaaten um 4,7 % und die nichtobligatorischen Ausgaben um 2,4 % gestiegen sind;
2. wijst erop dat de vastleggingskredieten in het VOB 2009 overeenkomen met 1,04% van het BNI wat een totale stijging is van 3,1% in vergelijking met de begroting 2008, waarbij de verplichte uitgaven met 4,7% zijn gestegen als gevolg van de geleidelijke invoering van de rechtstreekse hulp aan de nieuwe lidstaten, en de niet-verplichte uitgaven met 2,4%;

B. in der Erwägung, dass sich die Zahlungsermächtigungen im Entwurf des Haushaltsplans auf 96 991 Mio. EUR belaufen, was einer Kürzung um 1 215 Mio. EUR (-1,2%) gegenüber dem HVE und einem Anstieg von 1,4% gegenüber dem Haushaltsplan 2002 entspricht, und dass sich gegenüber dem Haushaltsplan 2001 die obligatorischen Ausgaben um 1,84% und die nichtobligatorischen Ausgaben um 2,1% erhöhen,
B. overwegende dat de betalingskredieten op de ontwerpbegroting € 96,991 miljard bedragen, hetgeen neerkomt op een verlaging van € 1 215 miljoen (-1,2%) ten opzichte van het VOB, een verhoging van 1,4% ten opzichte van de begroting 2002, en een stijging van de verplichte uitgaven met 1,84% en van de niet-verplichte uitgaven met 2,1% in vergelijking met de begroting 2001,

C. in der Erwägung, dass die Mittel für Verpflichtungen 95,860 Mrd. € betragen, was einer Kürzung um 1,12% gegenüber dem HVE und einer Anhebung um 2,74% gegenüber dem Haushaltsplan 2000 entspricht, und dass die obligatorischen Ausgaben gegenüber dem Haushaltsplan 2000 um 6,28%, die nichtobligatorischen Ausgaben aber nur um 0,23% erhöht werden,
C. overwegende dat de vastleggingskredieten € 95,860 miljard bedragen, hetgeen een verlaging inhoudt met 1,12% ten opzichte van het VOB en een verhoging met 2,74% ten opzichte van de begroting 2000, en dat de verhoging van de verplichte uitgaven in verhouding tot de begroting 2000 6,28% bedraagt en van de niet-verplichte uitgaven slechts 0,23%,

B. in der Erwägung, dass die Mittel für Zahlungen im Haushaltsplanentwurf 92,499 Mrd. € betragen, was einer Kürzung um 1,49% gegenüber dem HVE und einer Anhebung um 3,46% gegenüber dem Haushaltsplan 2000 entspricht, sowie dass die obligatorischen Ausgaben gegenüber dem Haushaltsplan 2000 um 6,24% und die nichtobligatorischen Ausgaben um 1,32% erhöht werden,
B. overwegende dat de betalingskredieten in de ontwerpbegroting € 92,499 miljard bedragen, hetgeen een verlaging inhoudt met 1,49% ten opzichte van het VOB en een verhoging met 3,46% ten opzichte van de begroting 2000, en dat de verhoging van de verplichte uitgaven in verhouding tot de begroting 2000 6,24% bedraagt en van de niet-verplichte uitgaven 1,32%,