Er führt ebenfalls an, dass die Klägerinnen, da sie die in Anwendung des königlichen Erlasses vom 22. Dezember 1995 gefällten individuellen Entscheidungen nicht rechtzeitig vor dem Staatsrat angefochten hätten, kein Interesse an ihrer Klage hätten.
Hij beweert ook dat de verzoekende partijen, vermits zij de individuele beslissingen die met toepassing van het koninklijk besluit van 22 december 1995 zijn genomen niet te gepasten tijde voor de Raad van State hebben aangevochten, geen belang zouden hebben bij hun beroep.