« Der Minister kann auf begründeten Antrag des Dienstes zu den unter Absatz 2 Nrn. 1 bis 4 erwähnten Fähigkeitsnachweisen Ausnahmen gewähren, wenn eine aussergewöhnliche nützliche Berufserfahrung oder eine besondere Ausbildung für die betroffene Funktion vorliegt oder wenn ein nachgewiesener Arbeitskräftemangel für die geforderte Qualifikation herrscht».
« Op gemotiveerde aanvraag van de dienst kan de Minister afwijkingen aan de in lid 2, 1° tot 4°, vermelde bekwaamheidsattesten toestaan, indien een buitengewone nuttige beroepservaring of een bijzondere opleiding voor het betrokken ambt bewezen worden of indien er voor de vereiste kwalificatie een acuut gebrek aan arbeidskrachten heerst».