Traduction de «flämischen regierung kann » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Regierung der Flämischen Gemeinschaft
Regering van de Vlaamse Gemeenschap

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Die Flämische Regierung kann festlegen, für welche Genehmigungsanträge innerhalb des besonderen Verfahrens eine vorherige Konzertierung mit dem flämischen Baumeister oder dessen Zustimmung nachgewiesen werden muss.
De Vlaamse Regering kan bepalen welke vergunningsaanvragen binnen de bijzondere procedure blijk moeten geven van vooroverleg met of instemming van de Vlaamse Bouwmeester.

Weder aus den Vorarbeiten - die im Übrigen keinen Bericht über die Besprechung und Abstimmung über jeden einzelnen Artikel im zuständigen Ausschuss des Flämischen Parlamentes enthalten -, noch aus den Schriftsätzen der Flämischen Regierung kann abgeleitet werden, aus welchen Gründen der Dekretgeber es nicht als sachdienlich erachtet hat, sich der Anregung der VREG anzuschließen.
Noch uit de parlementaire voorbereiding - die overigens geen verslag bevat van de artikelsgewijze bespreking en stemming in de bevoegde commissie van het Vlaams Parlement -, noch uit de memories van de Vlaamse Regering, kan worden afgeleid om welke redenen de decreetgever het niet opportuun heeft geacht de suggestie van de VREG te volgen.

Die Flämische Regierung kann der VoG « de Rand » ebenfalls einen Zuschuss gewähren zur Ausführung einer oder mehrerer politischer Prioritäten im Bereich Jugendpolitik, lokale Sportpolitik und Kulturpolitik, zugunsten der niederländischsprachigen Initiativen im flämischen Randgebiet um Brüssel.
De Vlaamse Regering kan ook een subsidie verlenen aan de vzw « de Rand » voor de uitvoering van een of meer beleidsprioriteiten voor het jeugdbeleid, het lokaal sportbeleid en het cultuurbeleid, ten behoeve van de Nederlandstalige initiatieven in de Vlaamse Rand rond Brussel.

« Die Flämische Regierung kann der VoG ' de Rand ' einen Zuschuss gewähren zur Ausführung einer oder mehrerer politischer Prioritäten im Bereich der Jugendpolitik, der (lokalen) Sportpolitik und der Kulturpolitik zugunsten der niederländischsprachigen Initiativen im flämischen Randgebiet um Brüssel.
« De Vlaamse Regering kan een subsidie verlenen aan de VZW de Rand voor de uitvoering van een of meer beleidsprioriteiten voor het jeugdbeleid, het (lokaal) sportbeleid en het cultuurbeleid, ten behoeve van de Nederlandstalige initiatieven in de Vlaamse Rand rond Brussel.

Gemäß Artikel 18/1 des flämischen Dekrets vom 21. März 2003 über die Armutsbekämpfung kann die Flämische Regierung innerhalb der Grenzen der Haushaltsmittel den lokalen Behörden - den Randgemeinden und der Flämischen Gemeinschaftskommission gemäß Artikel 2 Nr. 11 desselben Dekrets - einen Zuschuss im Hinblick auf die Kinderarmutsbekämpfung gewähren.
Overeenkomstig artikel 18/1 van het Vlaamse decreet van 21 maart 2003 betreffende de armoedebestrijding kan de Vlaamse Regering, binnen de perken van de begrotingskredieten, aan de lokale besturen - de randgemeenten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie, overeenkomstig artikel 2, 11°, van hetzelfde decreet - een subsidie toekennen met het oog op de bestrijding van kinderarmoede.

Artikel 13 des flämischen Dekrets vom 7. Juni 2013 « über die flämische Integrations- und Eingliederungspolitik » bestimmt, dass die Flämische Regierung im Rahmen der verfügbaren Haushaltsmittel den Randgemeinden einen Integrationszuschuss gewähren kann im Hinblick auf die Verwirklichung der Ziele der Integrationspolitik im Sinne von Artikel 4 desselben Dekrets.
Artikel 13 van het Vlaamse decreet van 7 juni 2013 « betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid » bepaalt dat de Vlaamse Regering, binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, aan de randgemeenten een integratiesubsidie kan toekennen met het oog op de realisatie van de doelstellingen van het integratiebeleid, vermeld in artikel 4 van hetzelfde decreet.

Aus Artikel 21 § 2 Nr. 2 des Dopingdekrets, wonach diese Bestimmung « unbeschadet der Bestimmungen des Gesetzes vom 24. Februar 1921 » gilt, und aus den Schriftsätzen der Flämischen Regierung kann im Ubrigen abgeleitet werden, dass weder der flämische Dekretgeber, noch die Flämische Regierung den Standpunkt vertritt, dass der föderale Gesetzgeber durch die Annahme der fraglichen Bestimmungen es der Flämischen Gemeinschaft übermässig erschwert hätte, die ihr anvertraute Politik sachdienlich zu führen.
Uit artikel 21, § 2, 2°, van het Dopingdecreet naar luid waarvan die bepaling geldt « onverminderd de bepalingen van de wet van 24 februari 1921 » en uit de memories van de Vlaamse Regering, kan overigens worden afgeleid dat noch de Vlaamse decreetgever, noch de Vlaamse Regering van oordeel is dat de federale wetgever, door het aannemen van de in het geding zijnde bepalingen, het de Vlaamse Gemeenschap buitenmate moeilijk heeft gemaakt om het beleid dat haar is toevertrouwd doelmatig te voeren.

Mit der Flämischen Regierung kann folglich geschlussfolgert werden, dass die drei ersten Absätze von Artikel 192 § 1 des Dekrets vom 18. Mai 1999 in der durch Artikel 53 des Dekrets vom 21. November 2003 ersetzten Fassung inhaltlich mit Artikel 74 § 1 des Städtebaugesetzes von 1962 in der durch das Gesetz vom 22. Dezember 1970 abgeänderten Fassung übereinstimmen und dass die darauffolgenden Absätze nicht nur eine Präzisierung des ersten Satzes von Artikel 74 § 1 enthalten, nämlich dass Parzellierungen, die sich am 22. April 1962 ohne Genehmigung in der Ausführung befanden, fortgesetzt werden dürfen, sondern ebenfalls das Rundschreiben RO 98/06 vom 31. Juli 1998 in einem Dekret verankern.
Met de Vlaamse Regering kan bijgevolg besloten worden dat de eerste drie leden van 192, § 1, van het decreet van 18 mei 1999, zoals vervangen bij artikel 53 van het decreet van 21 november 2003, inhoudelijk overeenstemmen met artikel 74, § 1 van de stedenbouwwet van 1962, zoals gewijzigd bij de wet van 22 december 1970, en dat de daaropvolgende leden niet alleen een precisering inhouden van de eerste zin van artikel 74, § 1, namelijk dat verkavelingen die op 22 april 1962 in uitvoering waren zonder vergunning mogen worden voortgezet, maar tevens de omzendbrief RO 98/06 van 31 juli 1998 decretaal verankeren.

Mit der Flämischen Regierung kann davon ausgegangen werden, dass es nicht offensichtlich unvernünftig ist, von dem grundsätzlichen Verbot der Verwendung von Pflanzenschutzmitteln auf Kulturflächen von in GEN oder in GENO gelegenen landwirtschaftlichen Betrieben abzuweichen in den Fällen, in denen diese Bodenflächen gemäss dem Düngemitteldekret gedüngt werden können, während für andere Bodenflächen nur eine individuelle oder allgemeine Befreiung zeitweiliger Art auf der Grundlage von Erwägungen der Naturerhaltung, als Übergangsmassnahme oder im Sinne der Naturerziehung erteilt werden kann (Dok., Flämisches Parlament, 1996-1997, Nr. 690/1, S. 14), da die Flämische Regierung in Anwendung des letzten Satzteils der angefochtenen Bestimmung darauf achten muss, dass somit die Erhaltung, die Wiederherstellung und die Entwicklung der Natur und der natürlichen Lebensräume vorzugsweise im Verhältnis zu den anderen Funktionen, wenn es sich um in GEN gelegene Bodenflächen handelt (Artikel 25 § 1), oder, unter Berücksichtigung der übrigen Funktionen, wenn es sich um in GENO gelegene Bodenflächen handelt (Artikel 26 § 1), nicht gefährdet werden.
Met de Vlaamse Regering kan worden aangenomen dat het niet kennelijk onredelijk is af te wijken van het principieel verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen op cultuurgronden van landbouwbedrijven gelegen in een GEN of in een GENO, in de gevallen waarin die gronden mogen worden bemest overeenkomstig het meststoffendecreet, terwijl voor andere gronden slechts een individuele of algemene ontheffing van tijdelijke aard kan worden gegeven op basis van natuurbehoudsmotieven, als overgangsmaatregel of ten behoeve van natuureducatie (Gedr. St., Vlaams Parlement, 1996-1997, nr. 690/1, p. 14), vermits de Vlaamse Regering met toepassing van het laatste zinsdeel van de bestreden bepaling erover dient te waken dat aldus het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuur en het natuurlijk milieu, bij voorrang ten opzichte van de andere functies, als het gaat om gronden gelegen binnen een GEN (artikel 25, § 1), of, rekening houdende met de overige functies, als het gaat om gronden gelegen binnen een GENO (artikel 26, § 1), niet in het gedrang komen.