De prejudiciële vraag heeft betrekking op, enerzijds, de overeenstemming met de bevoegdheidverdelende regels en het evenredigheidsbeginsel en, anderzijds, de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de artikelen 21, § 1, en 30 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging (hierna : het decreet van 16 januari 2004) en van artikel 22, § 1, van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging (hierna : de wet van 20 juli 1971), wanneer de in het geding zijnde be
palingen in die zin worden geïnterpreteerd « dat gemeenten uit een gewest de honoraria v
...[+++]an de aangestelde geneesheer niet terugbetaald krijgen wanneer deze het overlijden op hun grondgebied vaststelt van een persoon die in een ander gewest is gedomicilieerd ».