Es wurde dargelegt, dass der Zweck des Gesetzes dem « Bemühe
n, die rechtmäßigen wirtschaftlichen und sozialen Interessen des Mittelstandes gegen die Unwägbarkeiten und die Anreize zu Missbräuchen zu schützen, die mit dem System der vollständigen Freiheit der Mietverträge einhergehen » entsprach, und dass « das Ziel ein dreifaches [ war ] : (1) dem Handel betreibenden Mieter Garantien bezüglich der Dauer und Initiative zu bieten; (2) ihm die Erneuerung des Mietvertrags zu gewährleisten,
wenn der Eigentümer keinen begründeten Anlass ha
...[+++]t, anders über die Örtlichkeiten zu verfügen, und bei gleichem Angebot den Vorrang gegenüber gleich welchem bietenden Dritten; (3) zu seinen Gunsten verschiedene Entschädigungen einzuführen als Garantie entweder gegen die Umgehung des Gesetzes oder gegen unlauteren Wettbewerb oder Aneignung von Kunden anlässlich des Ablaufs eines Mietvertrags oder schließlich gegen unbegründete Bereicherung » (Parl. Dok., Kammer, 1947-1948, Nr. 20, SS. 2 und 4).Er werd uiteengezet dat de opzet van de wet beantwoordde « aan het streven om de gewettigde economische en sociale belangen van de Middenstand te vrijwaren tegen de onvastheid en de aanleidingen tot misbruiken die gepaard gaan met het stelsel van de volledige vrijheid van de huurovereenkomsten » en dat het « [ doel ] drievoudig [ was ] : 1° aan de handeldrijvende huurder waarborgen van du
ur en initiatief te verschaffen; 2° hem de hernieuwing van de huurovereenkomst te verzekeren wanneer de eig
enaar geen gegronde redenen heeft om anders ove ...[+++]r de plaatsen te beschikken en, bij gelijk aanbod, de voorkeur ten opzichte van elk opbiedend derde; 3° te zijnen bate verschillende vergoedingen in te voeren als waarborg hetzij tegen ontduiking van de wet, hetzij tegen ongeoorloofde mededinging of toeëigening van cliëntele bij gelegenheid van het verstrijken van een huurovereenkomst, hetzij, ten slotte, tegen verrijking zonder oorzaak » (Parl. St., Kamer, 1947-1948, nr. 20, pp. 2 en 4).