Bei einem Mitgliedstaat, gegen den am [Datum des Erlasses dieser Verordnung – noch einzufügen] ein Verfahren wegen eines übermäßigen Defizits anhängig ist, gilt für einen Zeitraum von drei Jahren ab der Korrektur des übermäßigen Defizits die Anforderung des Schuldenstandskriteriums als erfüllt, wenn der betreffende Mitgliedstaat gemäß den entsprechenden Stellungnahmen des Rates zu seinem Stabilitäts- oder Konvergenzprogramm genügend Fortschritte bei der Einhaltung der Anforderung erzielt.
Voor een lidstaat waartegen op [in te voegen - datum van vaststelling van deze verordening] een buitensporigtekortprocedure loopt en gedurende een periode van drie jaar vanaf de correctie van het buitensporige tekort, wordt het schuldcriterium geacht te zijn vervuld wanneer de betrokken lidstaat, naar het oordeel van de Raad in zijn adviezen betreffende het stabiliteits- of het convergentieprogramma van die lidstaat, voldoende vooruitgang in de richting van inachtneming maakt.