5. ist der festen Überzeugung, dass ein verlässliches, langfristiges und für beide Seiten annehmbares System der Zusammenarbeit zwischen Parlament und Rat für das Entlastungsverfahren eingeführt werden muss; bekräftigt seinen Standpunkt, dass das „Gentlemen's Agreement“ durch eine formelle Vereinbarung ersetzt werden muss, die dem Grundsatz der Union Rechnung trägt, dass Entscheidungen „möglichst offen“ getroffen werden (Artikel 1 des Vertrags über die Europäische Union);
5. beschouwt een betrouwbare langetermijnsamenwerking tussen het Parlement en de Raad op het gebied van de kwijtingsprocedure, op een voor beide partijen aanvaardbare basis, als een 'must'; herhaalt zijn standpunt dat het 'herenakkoord' moet worden vervangen door een formele overeenkomst waarin rekening wordt gehouden met het beginsel dat in de Unie besluiten "in zo groot mogelijke openheid" worden genomen (artikel 1 van het Verdrag betreffende de Europese Unie);