Nach dem Rahmenbeschluss 2001/500/JI sind die Mitgliedstaaten verpflichtet, im Anschluss an eine rechtskräftige Verurteilung die Einziehung von Tatwerkzeugen und Erträgen aus Straftaten sowie die Einziehung ihres Wertersatzes vorzusehen.
Krachtens Kaderbesluit 2001/500/JBZ moeten de lidstaten de confiscatie van hulpmiddelen en van opbrengsten uit misdrijven na een definitieve veroordeling mogelijk maken, alsmede de confiscatie van voorwerpen met een waarde die overeenkomt met die van de hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven.