Art. 22 - Wenn es den Personalmitgliedern der Stelle, die die in Artikel 23 vorgesehene pauschale Abgangsentschädigung nicht beziehen, infolge der Diensterfordernisse nicht möglich gewesen ist, vor der endgültigen Einstellung ihrer Amtstätigkeit ihren Jahresurlaub ganz oder teilweise zu nehmen, wird ihnen eine Ausgleichszulage gewährt, deren Betrag ihrer letzten Entlohnung der nicht beanspruchten Urlaubstage entspricht.
Art. 22. Als de personeelsleden van de cel die niet in aanmerking komen voor de forfaitaire vertrektoelage bedoeld in artikel 23 wegens de behoeften van de dienst hun jaarlijks vakantieverlof niet geheel of gedeeltelijk hebben kunnen opnemen voor hun ambt definitief beëindigd is, krijgen ze een compenserende toelage waarvan het bedrag gelijk is aan hun laatste wedde betreffende de niet opgenomen verlofdagen.