(2) Bei Verleih, Vermietung, Veräußerung oder Überlassung an eine nach den Artikeln 71 bis 74 zur abgabenfreien Einfuhr berechtigte Person, Einrichtung oder Organisation bleibt die Befreiung bestehen, sofern der Gegenstand von dieser Person, Einrichtung oder Organisation zu Zwecken benutzt wird, die Anspruch auf die Befreiung eröffnen.
2 . Indien de voorwerpen worden uitgeleend , verhuurd of overgedragen aan een persoon , een instelling of een organisatie , die krachtens de artikelen 71 tot en met 74 voor vrijstelling in aanmerking komt , blijft de vrijstelling van kracht voor zover bedoelde persoon , instelling of organisatie het voorwerp gebruikt voor doeleinden welke recht geven op deze vrijstelling .