Dat criterium is pertinent in het licht van die wetswijziging, in zoverre sindsdien, krachtens artikel 194, § 2, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek, voor de kandidaten die zijn geslaagd voor het examen inzake beroepsbekwaamheid ook diegenen in aanmerking kwamen « die
een juridisch ambt hebben vervuld in een openbare of private dienst », terwijl voor
dien, krachtens het oude artikel 194, eerste lid, van dat Wetboek, in aanmerking kwame
...[+++]n de kandidaten die « volle vijfentwintig jaar oud zijn, doctor in de rechten zijn, en, in België ten minste drie jaar werkzaam zijn geweest aan de balie, een gerechtelijk ambt of het notarisambt hebben vervuld of een ambt hebben uitgeoefend bij de Raad van State of de rechtswetenschap hebben onderwezen aan een universiteit of een juridisch ambt hebben vervuld bij een Rijksdienst of bij een van de instellingen bedoeld bij de wet van 16 maart 1954 betreffende het toezicht op sommige instellingen van openbaar nut ».