Vertaling van "eg-vertrags fallen anwenden " (Duits → Nederlands) :

Die zehnte Erwägung der Verordnung (EG) Nr. 1998/2006, auf die in der Bekanntmachung 2009/C 85/01 der Europäischen Kommission über die Durchsetzung des Beihilfenrechts durch die einzelstaatlichen Gerichte verwiesen wird, bestimmt außerdem: « Im Einklang mit den Grundsätzen für die Gewährung von Beihilfen, die unter Artikel 87 Absatz 1 EG-Vertrag fallen, sollte als Bewilligungszeitpunkt der Zeitpunkt gelten, zu dem das Unternehmen nach dem anwendbaren einzelstaatlichen Recht einen Rechtsanspruch auf die Beihilfe erwirbt ».
De tiende overweging van de verordening (EG) nr. 1998/2006, waarnaar in de mededeling 2009/C 85/01 van de Europese Commissie over de handhaving van de staatssteunregels door de nationale rechterlijke instanties wordt verwezen, bepaalt bovendien : « In lijn met de beginselen die voor steun in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag gelden, dient de-minimissteun geacht te worden te zijn verleend op het tijdstip waarop de onderneming krachtens de toepasselijke nationale wet- en regelgeving een wettelijke aanspraak op de steun verwerft ».

10. Richtlinien, die nicht unter Artikel 254 Absätze 1 und 2 des EG-Vertrags fallen, Entscheidungen, die nicht unter Artikel 254 Absatz 1 des EG-Vertrags fallen, sowie Empfehlungen und Stellungnahmen.
(c) richtlijnen die niet vallen onder artikel 254, leden 1 en 2, van het EG-Verdrag, en besluiten, aanbevelingen en adviezen die niet vallen onder artikel 254, lid 1, van het EG-Verdrag.

« Im Einklang mit den Grundsätzen für die Gewährung von Beihilfen, die unter Artikel 87 Absatz 1 EG-Vertrag fallen, sollte als Bewilligungszeitpunkt der Zeitpunkt gelten, zu dem das Unternehmen nach dem anwendbaren einzelstaatlichen Recht einen Rechtsanspruch auf die Beihilfe erwirbt ».
« In lijn met de beginselen die voor steun in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag gelden, dient de-minimissteun geacht te worden te zijn verleend op het tijdstip waarop de onderneming krachtens de toepasselijke nationale wet- en regelgeving een wettelijke aanspraak op de steun verwerft ».

12. bittet die Kommission, die Mitgliedstaaten aufzufordern, in transparenter Weise sowohl die wirtschaftlichen Grundsätze als auch die statistischen Kriterien darzulegen, die sie zur endgültigen Bestimmung der Regionen, die unter Artikel 87 Absatz 3 Buchstabe c des EG-Vertrags fallen, anwenden wollen; erinnert die Mitgliedstaaten daran, dass die lokalen und regionalen Verwaltungen im Prozess der Festlegung der Regionen nach Artikel 87 Absatz 3 Buchstabe c des EG-Vertrags auf nationaler Ebene konsultiert werden sollten;
12. verzoekt de Commissie er bij de lidstaten op aan te dringen op transparante wijze de economische beginselen en de statistische criteria te omlijnen die zij voornemens zijn te gebruiken om de uiteindelijke in artikel 87, lid 3, letter c) van het Verdrag bedoelde regio's te bepalen; herinnert de lidstaten eraan dat bij de selectie van de in artikel 87, lid 3, letter c) bedoelde nationale regio's het lokale en regionale bestuur dient te worden geraadpleegd;

Die durch die klagende Partei vorgeschlagene Vorabentscheidungsfrage hängt nicht mit den drei Fällen zusammen, in denen gemäss Artikel 234 des EG-Vertrags dem Gerichtshof der Europäischen Gemeinschaften eine Vorabentscheidungsfrage gestellt werden kann oder muss.
De door de verzoekende partij voorgestelde prejudiciële vraag is vreemd aan de drie hypothesen waarin, naar luid van artikel 234 van het EG-Verdrag, aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen een prejudiciële vraag kan of moet worden gesteld.

E. stellt fest, dass in der Rechtsprechung des Gerichtshofs eine Unterscheidung zwischen den sportlichen und den ökonomischen Regelungen von Führungsgremien für den Profifußball unterschieden wird; Sportvorschriften können außerhalb des Geltungsbereichs des Vertrages fallen, während ökonomische Vorschriften entweder in den Geltungsbereich des Vertrags oder außerhalb dieses Geltungsbereichs fallen und im Rahmen des Vertrags gerechtfertigt oder untersagt werden können;
E. merkt op dat er in de jurisprudentie van het Hof van Justitie een onderscheid wordt gemaakt tussen de voor het profvoetbal geldende sportvoorschriften en de economische voorschriften van de bestuursorganen; de sportvoorschriften vallen buiten het toepassingsgebied van het Verdrag, terwijl de economische voorschriften ofwel buiten ofwel binnen het toepassingsgebied van het Verdrag vallen en op grond van het Verdrag gerechtvaardigd of verboden kunnen zijn;

(1) Die Mitgliedstaaten schreiben vor , dass die dieser Richtlinie unterliegenden Institute und Personen eine verstärkte Sorgfaltspflicht bei der Feststellung der Kundenidentität zusätzlich zu den in Artikel 7, Artikel 8 und Artikel 9 Absatz 6 genannten Maßnahmen auf einer risikosensitiven Basis in Fällen anwenden, bei denen naturbedingt ein erhöhtes Risiko der Geldwäsche oder der Terrorismusfinanzierung bestehen kann, und zwar zumindest in den folgenden Fällen nach den Absätzen 2, 3 und 4 und in Bezug auf andere Fälle, bei denen ein hohes Risiko der Geldwäsche oder der Terrorismusfinanzierung besteht und in denen die gemäß Artikel 40 Absatz 1 Buchstabe c festgelegten technischen Kriterien erfüllt sind .
1. De lidstaten verlangen dat de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen al naar gelang de risicogevoeligheid, benevens de in artikel 7 , artikel 8 en artikel 9 , lid 6 , omschreven maatregelen, uitgebreidere "ken-uw-cliënt"-maatregelen nemen in situaties waaraan wegens de aard ervan een hoger risico op witwassen of terrorismefinanciering verbonden kan zijn en ten minste in de volgende situaties handelen conform respectievelijk de leden 2, 3, 4 en voor iedere andere situatie die volgens de overeenkomstig artikel 40, lid 1, onder c) vastgestelde technische criteria een hoog risico op witwassen van geld of terrorismefinanciering meebrengt.

1. Die Mitgliedstaaten schreiben vor, dass die dieser Richtlinie unterliegenden Institute und Personen eine verstärkte Sorgfaltspflicht bei der Feststellung der Kundenidentität zusätzlich zu den in Artikel 6, Artikel 7 und Artikel 8 Absatz 3 genannten Maßnahmen auf einer risikosensitiven Basis in Fällen anwenden müssen, bei denen naturbedingt ein erhöhtes Risiko der Geldwäsche und der Terrorismusfinanzierung bestehen kann, und zwar zumindest in den folgenden Fällen nach den Absätzen 1a, 1b und 1c und in Bezug auf andere Fälle, bei denen ein hohes Risiko der Geldwäsche oder der Terrorismusfinanzierung besteht.
1. De lidstaten verlangen dat de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen al naar gelang de risicogevoeligheid, benevens de in artikel 6, artikel 7 en artikel 8, lid 3, omschreven maatregelen, uitgebreidere “ken-uw-cliënt”-maatregelen nemen in situaties waaraan wegens de aard ervan een hoger risico op witwassen of terrorismefinanciering verbonden kan zijn en ten minste in de volgende situaties handelen conform respectievelijk de leden 1 bis, 1 ter en 1 quater en voor iedere andere situatie die een hoog risico op witwassen van geld of terrorismefinanciering meebrengt.

(1) Die Mitgliedstaaten schreiben vor, dass die dieser Richtlinie unterliegenden Institute und Personen auf risikoorientierter Grundlage verstärkte Sorgfaltspflichten gegenüber Kunden zusätzlich zu den in Artikel 7, Artikel 8 und Artikel 9 Absatz 6 genannten Maßnahmen in Fällen anwenden, bei denen ihrem Wesen nach ein erhöhtes Risiko der Geldwäsche oder der Terrorismusfinanzierung bestehen kann, und zwar zumindest in den in den Absätzen 2, 3 und 4 festgelegten Fällen und in anderen Fällen, bei denen ein hohes Risiko der Geldwäsche oder der Terrorismusfinanzierung besteht und in denen die gemäß Artikel 40 Absatz 1 Buchstabe c festgelegten technischen Kriterien erfüllt sind.
1. De lidstaten vereisen dat de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen al naar gelang de risicogevoeligheid, bovenop de in artikel 7, artikel 8 en artikel 9, lid 6, omschreven maatregelen, verscherpte klantenonderzoeksmaatregelen treffen in situaties die omwille van hun aard een hoger risico op witwassen of financiering van terrorisme kunnen vertegenwoordigen en ten minste voor de situaties bepaald in de leden 2, 3, 4 en voor iedere andere situatie die volgens de overeenkomstig artikel 40, lid 1, onder c), vastgestelde technische criteria een hoog risico op witwassen van geld of financiering van terrorisme meebrengt.

« Mit den Artikeln 6 und 8 EG-Vertrag (nach Änderung jetzt Artikel 12 EG und 17 EG) ist es nicht vereinbar, dass die Gewährung einer beitragsunabhängigen Sozialleistung wie des Existenzminimums nach Artikel 1 des belgischen Gesetzes vom 7. August 1974 bei Angehörigen anderer Mitgliedstaaten als des Aufnahmemitgliedstaats, in dem sie sich rechtmässig aufhalten, von der Voraussetzung abhängt, dass sie in den Anwendungsbereich der Verordnung (EWG) Nr. 1612/68 des Rates vom 15. Oktober 1968 über die Freizügigkeit der Arbeitnehmer innerhalb der Gemeinschaft fallen, während für die Angehörigen des Aufnahmemitgliedstaats eine derartige Voraussetzung nicht gilt» (EuGH, 20. September 2001, Grzelczyk gegen ÖSHZ Ottignies-Neulöwen, C-184/99)
« De artikelen 6 en 8 EG-Verdrag (thans, na wijziging, de artikelen 12 EG en 17 EG) staan eraan in de weg dat het recht op een sociale uitkering in het kader van een niet op premiebetaling berustend stelsel, zoals het bij artikel 1 van de Belgische wet van 7 augustus 1974 ingevoerde bestaansminimum, voor onderdanen van andere lidstaten dan de ontvangende lidstaat op het grondgebied waarvan deze onderdanen legaal verblijven, afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat zij binnen de werkingssfeer vallen van verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap, wanneer een dergelijke voorwaarde niet geldt voor onderdanen van de ontvangende lidstaat» (H.v.J., 20 september 2001, Grzelczyk tegen O.C. M.W. van Ottignies-Louvain-la-Neuve; C-184/99)