3. Wenn das Europäische Parlament die Höhe der einer europäischen politischen Partei oder einer europäischen politischen Stiftung nach Absatz 2 auferlegten Geldbuße bestimmt, berücksichtigt es dabei die Schwere und Dauer des Verstoßes, ob es sich gegebenenfalls um einen erneuten Verstoß handelt, die seither verstrichene Zeit, den Vorsatz oder Grad der Fahrlässigkeit sowie die Eignung und Terminierung aller Maßnahmen der betreffenden europäischen politischen Partei oder europäischen politischen Stiftung, die zur Einhaltung der Voraussetzungen und Anforderungen dieser Verordnung ergriffen wurden, beträgt jedoch mindestens das doppelte des erlangten Vorteils.
3. Bij het vaststellen van de hoogte van de krachtens lid 2 aan een Europese politieke partij of een Europese politieke
stichting opgelegde boete, houdt het Europees Parlement rekening met de ernst, de duur en eventuele herhaling van de inbreuk, de tijd die is verstreken, de intentie of mate van nalatigheid en de geschiktheid en het tijdstip van de maatregelen die door de Europese politieke partij of Europese politieke stichting in kwestie zijn getroffen om aan de eisen
en voorwaarden van deze verordening te voldoen, en ziet erop toe
...[+++]dat de boete ten minste twee maal de waarde van het verkregen voordeel bedraagt.
