A. in der Erwägung, dass die Menschenrechte und der Schutz dieser Rechte abhängig sind von der Anerkennung der Würde des Menschen; in der Erwägung, dass diesbezüglich darauf hingewiesen werden sollte, dass die einleitenden Worte zur Allgemeinen Erklärung der Menschenrechte wie folgt lauten: "Da die Anerkennung der angeborenen Würde und der gleichen und unveräußerlichen Rechte aller Mitglieder der Gemeinschaft der Menschen die Grundlage von Freiheit, Gerechtigkeit und Frieden in der Welt bildet",
A. overwegende dat mensenrechten en de bescherming daarvan afhankelijk zijn van de erkenning van de menselijke waardigheid; er in dit verband aan herinnerend dat de inleidende woorden van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens luiden: "erkenning van de inherente waardigheid en van de gelijke en onvervreemdbare rechten van alle leden van de mensengemeenschap [is de] grondslag (.) voor de vrijheid, gerechtigheid en vrede in de wereld",