Das vorlegende Rechtsprechungsorgan stellt zunächst fest, dass diese Bestimmungen in Bezug auf die Mandatsträger, die nicht die Verpflichtungen der jährlichen Erklärung der ausgeübten Mandate und der erhaltenen Entlohnungen erfüllt hätten, vorsähen, dass die Amtsaberkennung mit einer automatischen Nichtwählbarkeit während sechs Jahren einhergehe.
Het verwijzende rechtscollege stelt in de eerste plaats vast dat die bepalingen, ten aanzien van de mandatarissen die niet hebben voldaan aan de verplichtingen tot jaarlijkse aangifte van de uitgeoefende mandaten en ontvangen vergoedingen, erin voorzien dat het verval van het mandaat gepaard gaat met een automatische onverkiesbaarheid van zes jaar.