3. weist den Hinweis des Rates zurück, dass die Tatsache, dass das Parlament und der Rat in der Vergangenheit die Ausführung ihrer jeweiligen Einzelpläne nicht überprüft haben, Ergebnis des „Gentlemen’s Agreement“ war; vertritt die Auffassung, dass in Anbetracht des zunehmend operationellen Charakters der Ausgaben die Ausgaben des Rates ebenso wie diejenigen der anderen Organe im Rahmen des Entlastungsverfahrens gemäß Artikel 276 des Vertrags überprüft werden sollten;
3. verwerpt de suggestie van de Raad dat het feit dat het Europees Parlement en de Raad in het verleden de uitvoering van elkaars afdelingen van de begroting niet hebben onderzocht voortvloeide uit een "herenakkoord"; is van oordeel dat gezien het feit dat de uitgaven steeds meer de vorm aannemen van beleidsuitgaven, de huishoudelijke uitgaven van de Raad op dezelfde wijze moeten worden onderzocht als de uitgaven van de overige instellingen als onderdeel van de in artikel 276 van het Verdrag bedoelde kwijtingprocedure;