Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Bevor die letzte Normalgluehung vorgenommen wird
Bürgerliches Gesetzbuch
Eine Krise steht unmittelbar bevor
Zivilgesetzbuch

Vertaling van "des zivilgesetzbuches bevor " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE


bevor die letzte Normalgluehung vorgenommen wird

voor de laatste normaalgloeiing


eine Druckverformung erzielen, bevor Bruch auftritt

voor breuk drukvervorming krijgen


Zivilgesetzbuch [ Bürgerliches Gesetzbuch ]

burgerlijk wetboek


IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Bevor er die Erklärung über das gesetzliche Zusammenwohnen beurkundet, kann der Standesbeamte im Zweifelsfall die Beurkundung der Erklärung aufschieben, um eine zusätzliche Untersuchung durchzuführen (Artikel 1476quater des Zivilgesetzbuches).

Alvorens akte te nemen van de verklaring van wettelijke samenwoning kan de ambtenaar van de burgerlijke stand, bij twijfel, de melding van de verklaring uitstellen teneinde bijkomend onderzoek te verrichten (artikel 1476quater van het Burgerlijk Wetboek).


Artikel 325/7 § 1 Absatz 5 des Zivilgesetzbuches verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern die darin festgelegte Ausschlussfrist für die Frau, die die Mitmutterschaft für sich in Anspruch nimmt, einsetzen kann, bevor die beanstandete Anerkennung stattgefunden hat.

Artikel 325/7, § 1, vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de daarin bepaalde vervaltermijn voor de vrouw die het meemoederschap opeist, kan aanvangen vooraleer de betwiste erkenning plaatsvindt.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind opeist, moet worden ingesteld binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is, ...[+++]


Artikel 25 § 1 des Gesetzes vom 1. Juli 2006 zur Abänderung der Bestimmungen des Zivilgesetzbuches mit Bezug auf die Feststellung der Abstammung und deren Wirkungen verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern die Ausschlussfrist, die in dieser Bestimmung für die Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, festgelegt ist, einsetzen kann, bevor sie die Tatsache zur Kenntnis nehmen konnte, dass die fragli ...[+++]

Artikel 25, § 1, van de wet van 1 juli 2006 tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de daarin vermelde vervaltermijn voor de persoon die de afstamming opeist, kan aanvangen vooraleer hij kennis heeft kunnen nemen van het feit dat de betwiste erkenning heeft plaatsgevonden.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Obwohl die nunmehr in Rede stehende Übergangsbestimmung eine Abweichung von Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches einführt, haben die beiden Bestimmungen zur Folge, dass die Ausschlussfrist, die darin für die Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, festgelegt ist, einsetzen kann, bevor sie die Tatsache zur Kenntnis nehmen konnte, dass die fragliche Anerkennung stattgefunden hat.

Hoewel de thans in het geding zijnde overgangsbepaling een afwijking invoert van artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek, hebben beide bepalingen tot gevolg dat de daarin bepaalde vervaltermijn voor de persoon die de afstamming opeist, kan aanvangen vooraleer hij kennis heeft kunnen nemen van het feit dat de betwiste erkenning heeft plaatsgevonden.


« Stehen die Artikel 1 Absatz 1 Buchstabe a) und 2 des Gesetzes vom 6. Februar 1970 über die Verjährung der Schuldforderungen zu Lasten oder zugunsten des Staates, die den Artikeln 100 Absatz 1 Nr. 1 und 101 der durch den königlichen Erlass vom 17. Juli 1991 koordinierten Gesetze über die Staatsbuchführung entsprechen, dahingehend ausgelegt, dass sie eine besondere und getrennte Formalität auferlegen für das Einreichen einer Forderung wegen Schadensersatzes aufgrund der Artikel 1382 ff. des Zivilgesetzbuches, bevor Klage erhobe ...[+++]

« Zijn de artikelen 1, eerste lid, a), en 2 van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat, die de artikelen 100, eerste lid, 1°, en 101 van de bij koninklijk besluit van 17 juli 1991 gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit zijn geworden, in die zin geïnterpreteerd dat zij een bijzondere en onderscheiden vormvoorwaarde opleggen voor het voorleggen van een schuldvordering tot het verkrijgen van een schadevergoeding op grond van de artikelen 1382 en volgende van het Burgerlijk Wetboek vooraleer een rechtsvordering wordt ingesteld, opdat die rechtsvordering de verjaring bedoeld in artikel 1, a), van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorder ...[+++]


« Stehen die Artikel 1 Absatz 1 Buchstabe a) und 2 des Gesetzes vom 6hhhhqFebruar 1970 über die Verjährung der Schuldforderungen zu Lasten oder zugunsten des Staates, die den Artikeln 100 Absatz 1 Nr. 1 und 101 der durch den königlichen Erlass vom 17hhhhqJuli 1991 koordinierten Gesetze über die Staatsbuchführung entsprechen, dahingehend ausgelegt, dass sie eine besondere und getrennte Formalität auferlegen für das Einreichen einer Forderung wegen Schadensersatzes aufgrund der Artikel 1382 ff. des Zivilgesetzbuches, bevor Klage erhobe ...[+++]

« Zijn de artikelen 1, eerste lid, a), en 2 van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat, die de artikelen 100, eerste lid, 1°, en 101 van de bij koninklijk besluit van 17 juli 1991 gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit zijn geworden, in die zin geïnterpreteerd dat zij een bijzondere en onderscheiden vormvoorwaarde opleggen voor het voorleggen van een schuldvordering tot het verkrijgen van een schadevergoeding op grond van de artikelen 1382 en volgende van het Burgerlijk Wetboek vooraleer een rechtsvordering wordt ingesteld, opdat die rechtsvordering de verjaring bedoeld in artikel 1, a), van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorder ...[+++]


« Verstösst Artikel 15 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 über die Arbeitsverträge gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er dazu führt, dass die fünfjährige Verjährung auf die von vertraglichen Personalmitgliedern einer Interkommunale gegen Letztgenannte eingereichte Haftungsklage anwendbar ist, während die dreissigjährige Verjährung des alten Artikels 2262 des Zivilgesetzbuches, bevor er durch das Gesetz vom 10. Juni 1998 ersetzt wurde, auf die gleiche, von statutarischen Personalmitgliedern einer Interkom ...[+++]

« Schendt artikel 15 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het tot gevolg heeft dat de vijfjarige verjaring van toepassing is op de aansprakelijkheidsvordering ingesteld door contractuele personeelsleden van een intercommunale tegen laatstgenoemde terwijl de dertigjarige verjaring van het oude artikel 2262 van het Burgerlijk Wetboek, vóór de vervanging ervan bij de wet van 10 juni 1998, van toepassing was op dezelfde vordering ingesteld door statutaire personeelsleden van een intercommunale ?




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'des zivilgesetzbuches bevor' ->

Date index: 2021-09-05
w