148. ziet dat vordering wordt gemaakt met
de sluiting van de eenheden van de kerncentrale van Kozlodoei, overeenkomstig de toezeggingen die zijn gedaan in de gemeenschappelijke intentieverklaring van november 1999, in die zin dat de sluiting van de eenhede
n 1 en 2 tegen eind 2002 zal plaatsvinden; is zich ervan bewust dat de Bulgaren, en ook de deskundigen, er heftig voorstander van zijn dat de levensduur van eenheden 3 en 4 wordt verlengd, met name gezien de investeringen in versterkte veilighei
dsmaatregelen en de ...[+++]gevolgen die de sluiting zou hebben voor de plaatselijke werkgelegenheid, deviezeninkomsten en de totale energiecapaciteit; roept dan ook de Europese Commissie en Bulgarije op om onbevooroordeeld tot een definitieve overeenkomst te komen over de toekomst van deze eenheden, rekening houdend met de opmerkingen en aanbevelingen van de aanstaande IAEA-inspecties, en daarbij het allergrootste belang te hechten aan daadwerkelijke veiligheidsoverwegingen; erkent de noodzaak van extra bijstand voor modernisering van eenheden 5 en 6; roept in elk geval Bulgarije op een volstrekt onafhankelijk regelgevend orgaan, met voldoende middelen, voor de nucleaire sector in het leven te roepen en in detail vast te leggen welke stappen het zal ondernemen om de verloren capaciteit te vervangen;