Vertaling van "des europarats bezüglich ihrer eingeschränkten " (Duits → Nederlands) :

8. fordert die Union auf, die gegenwärtige Beobachtungsmission der Organisation für Sicherheit und Zusammenarbeit in Europa (OSZE) auszuweiten, damit so viele Beobachter wie möglich in die Ostukraine entsandt werden, um die Lage vor Ort zu prüfen, darüber zu berichten und so jeglichem Vorwand für eine mögliche weitere Eskalation entgegenzuwirken; teilt die Besorgnis der OSZE und des Europarats bezüglich ihrer eingeschränkten Möglichkeiten zur Beobachtung der Menschenrechtslage, auch in Bezug auf Angehörige der nationalen Minderheiten auf der Krim;
8. verzoekt de Unie de huidige monitoringmissie van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) uit te breiden door zoveel mogelijk waarnemers naar Oost-Oekraïne te sturen om de situatie ter plaatse te bekijken en hierover verslag uit te brengen, teneinde te kunnen reageren op elk ongeldig excuus voor een mogelijke verdere escalatie; deelt de door de OVSE en de Raad van Europa geuite bezorgdheid over hun beperkte vermogen om de situatie op het gebied van de mensenrechten op de Krim waar te nemen, inclusief de rechten van mensen die tot nationale minderheden behoren;

22. erinnert an die Empfehlungen und Erklärungen des Europarats, denen alle EU-Mitgliedstaaten zugestimmt haben und die europäische Standards bezüglich Redefreiheit, Pressefreiheit, Medienpluralismus sowie Unabhängigkeit, Organisation, Auftrag und Finanzierung öffentlich-rechtlicher Medien festlegen; erinnert die Mitgliedstaaten an ihre Verpflichtung zu diesen europäischen Standards und empfiehlt, dass sie eine angemessene, verhältnismäßige und stabile Finanzierung für öffentlich-rechtliche Medien bereitstellen, um diese zur Erfüllung ihres Auftrags zu befähigen, einschließlich ihrer sozialen, bildungspolitischen, kulturellen und demokratischen Rolle, politische und wirtschaftliche Unabhängigkeit zu gewährleisten, sich an die digitale Veränderung anzupassen und zu einer integrativen Informations- und Wissensgesellschaft mit repräsentativen, qualitativ hochwertigen und allen Menschen zur Verfügung stehenden Medien beizutragen;
22. herinnert aan de aanbevelingen en verklaringen van de Raad van Europa, die door alle EU-lidstaten zijn overeengekomen en die Europese normen vaststellen voor de vrijheid van meningsuiting, persvrijheid, het pluralisme van de media en de onafhankelijkheid, organisatie, taak en financiering van publieke media; herinnert de lidstaten aan hun verbintenis om deze Europese normen na te leven en beveelt hen aan om passende, evenredige en stabiele financiering te verschaffen aan publieke media, om hen in staat te stellen hun taak te volbrengen, met inbegrip van hun maatschappelijke, educatieve, culturele en democratische rol, toe te zien op politieke en economische onafhankelijkheid, zich aan te passen aan digitale verandering en bij te dragen tot een inclusieve informatie- en kennismaatschappij met representatieve, kwalitatief hoogwaardige media die voor iedereen beschikbaar zijn;

S. in der Erwägung, dass der Bericht des Europarats von 2011 angibt, dass die 2009 und 2010 von den polnischen Behörden erhaltenen Daten „eindeutige Beweise erbringen“, dass sieben Flugzeuge mit CIA-Verbindung in Polen gelandet sind, und in der Erwägung, dass polnische Medien darüber berichteten, dass Anschuldigungen gegen ehemalige Leiter des polnischen Nachrichtendienstes erhoben wurden, und dass sie mögliche Kontakte zwischen Offizieren des Nachrichtendienstes und der polnischen Regierung bezüglich der Nutzung einer auf polnischem Hoheitsgebiet befindlichen Hafteinrichtung durch die CIA aufdeckten; in der Erwägung, dass im Jahre 2011 rumänische Enthüllungs-Journalisten auf Grundlage von Informationen früherer CIA-Angestellter versucht haben, die Existenz einer „Black Site“ im rumänischen nationalen Registeramt für klassifizierte Informationen nachzuweisen; in der Erwägung, dass die Existenz dieser „Black Site“ von den rumänischen Behörden dementiert wurde und in der vom rumänischen Parlament durchgeführten Untersuchung nicht vorgewiesen wurde; in der Erwägung, dass frühere libysche Dissidenten Gerichtsverfahren gegen das Vereinigte Königreich für die direkte Beteiligung des MI6 an ihrer eigenen Auslieferung, ihrer geheimen Inhaftierung und Folterung sowie der ihrer Familienmitglieder eingeleitet haben;
S. overwegende dat in het verslag van de Raad van Europa van 2011 wordt vermeld dat op basis van in 2009 en 2010 van de Poolse diensten verkregen gegevens „onomstotelijk is bewezen” dat zeven aan de CIA gelieerde vliegtuigen in Polen zijn geland, en overwegende dat er volgens de Poolse media beschuldigingen zijn ingebracht tegen voormalige chefs van de Poolse inlichtingendienst en er sprake was van mogelijke contacten tussen ambtenaren van de inlichtingendienst en de Poolse regering met betrekking tot het gebruik van een CIA-detentiecentrum op Pools grondgebied; overwegende dat Roemeense onderzoeksjournalisten in 2011 een „zwarte locatie” in het Roemeense registratiekantoor voor geheime inlichtingen probeerden te achterhalen op basis van gegevens afkomstig van voormalige CIA-medewerkers ; overwegende dat het bestaan van deze „zwarte locatie” door de Roemeense autoriteiten werd ontkend en door het onderzoek van het Roemeense parlement niet is aangetoond; overwegende dat voormalige Libische dissidenten juridische procedures zijn begonnen tegen het Verenigd Koninkrijk vanwege rechtstreekse betrokkenheid van MI6 bij de uitlevering, geheime detentie en marteling van henzelf en hun familieleden;

S. in der Erwägung, dass der Bericht des Europarats von 2011 angibt, dass die 2009 und 2010 von den polnischen Behörden erhaltenen Daten „eindeutige Beweise erbringen“, dass sieben Flugzeuge mit CIA-Verbindung in Polen gelandet sind, und in der Erwägung, dass polnische Medien darüber berichteten, dass Anschuldigungen gegen ehemalige Leiter des polnischen Nachrichtendienstes erhoben wurden, und dass sie mögliche Kontakte zwischen Offizieren des Nachrichtendienstes und der polnischen Regierung bezüglich der Nutzung einer auf polnischem Hoheitsgebiet befindlichen Hafteinrichtung durch die CIA aufdeckten; in der Erwägung, dass im Jahre 2011 rumänische Enthüllungs-Journalisten auf Grundlage von Informationen früherer CIA-Angestellter versucht haben, die Existenz einer „Black Site“ im rumänischen nationalen Registeramt für klassifizierte Informationen nachzuweisen; in der Erwägung, dass die Existenz dieser „Black Site“ von den rumänischen Behörden dementiert wurde und in der vom rumänischen Parlament durchgeführten Untersuchung nicht vorgewiesen wurde; in der Erwägung, dass frühere libysche Dissidenten Gerichtsverfahren gegen das Vereinigte Königreich für die direkte Beteiligung des MI6 an ihrer eigenen Auslieferung, ihrer geheimen Inhaftierung und Folterung sowie der ihrer Familienmitglieder eingeleitet haben;
S. overwegende dat in het verslag van de Raad van Europa van 2011 wordt vermeld dat op basis van in 2009 en 2010 van de Poolse diensten verkregen gegevens "onomstotelijk is bewezen" dat zeven aan de CIA gelieerde vliegtuigen in Polen zijn geland, en overwegende dat er volgens de Poolse media beschuldigingen zijn ingebracht tegen voormalige chefs van de Poolse inlichtingendienst en er sprake was van mogelijke contacten tussen ambtenaren van de inlichtingendienst en de Poolse regering met betrekking tot het gebruik van een CIA-detentiecentrum op Pools grondgebied; overwegende dat Roemeense onderzoeksjournalisten in 2011 een "zwarte locatie" in het Roemeense registratiekantoor voor geheime inlichtingen probeerden te achterhalen op basis van gegevens afkomstig van voormalige CIA-medewerkers; overwegende dat het bestaan van deze "zwarte locatie" door de Roemeense autoriteiten werd ontkend en door het onderzoek van het Roemeense parlement niet is aangetoond; overwegende dat voormalige Libische dissidenten juridische procedures zijn begonnen tegen het Verenigd Koninkrijk vanwege rechtstreekse betrokkenheid van MI6 bij de uitlevering, geheime detentie en marteling van henzelf en hun familieleden;

58. unterstützt die EU-Politik des kritischen Engagements in Russland; betrachtet Russland als einen wichtigen strategischen Partner und Nachbarn, hat jedoch weiterhin Bedenken bezüglich des Einsatzes Russlands für Rechtsstaatlichkeit, pluralistische Demokratie und Menschenrechte; bedauert insbesondere die fortgesetzte Einschüchterung, Belästigung und Verhaftung von Vertretern oppositioneller Kräfte und von Nichtregierungsorganisationen, die jüngste Annahme eines Gesetzes zur Finanzierung von NROs sowie den wachsenden Druck auf freie und unabhängige Medien; fordert die EU in diesem Zusammenhang auf, gegenüber den staatlichen Organen Russlands konstant die Einhaltung ihrer Verpflichtungen als Mitglied des Europarats und der OSZE einzufordern; betont, dass die Stärkung der Rechtsstaatlichkeit in allen Bereichen des öffentlichen Lebens, einschließlich der Wirtschaft, eine konstruktive Antwort auf die wachsende Unzufriedenheit wäre, die von vielen russischen Bürgern zum Ausdruck gebracht wird, und daneben für den Aufbau einer echten und konstruktiven Partnerschaft zwischen der EU und Russland erforderlich ist; unterstreicht die Bereitschaft der EU, einen Beitrag zu der Partnerschaft für Modernisierung und jedem Nachfolgeabkommen des derzeitigen Partnerschafts- und Kooperationsabkommen im Zusammenhang mit Russlands Fortschritten hinsichtlich Menschenrechten, Rechtstaatlichkeit und pluralistische Demokratie zu leisten.
58. steunt het beleid van kritische betrokkenheid dat de Unie ten opzichte van Rusland voert; beschouwt Rusland als een belangrijk strategisch partner- en buurland, maar blijft bezorgd over het engagement van Rusland op het gebied van de rechtsstaat, een pluralistische democratie en de mensenrechten; betreurt met name de voortdurende intimidaties, pesterijen en arrestaties van vertegenwoordigers van de oppositie en niet-gouvernementele organisaties, de recente goedkeuring van een wet inzake de financiering van ngo's en de toenemende druk op vrije, onafhankelijke media; verzoekt de EU in dit verband consequent te blijven eisen dat Rusland zijn verantwoordelijkheden als lid van de Raad van Europa en de OVSE nakomt; benadrukt dat versterking van de rechtsstaat op alle terreinen van het Russische openbare leven, met inbegrip van de economie, een constructief antwoord zou zijn op de groeiende onvrede onder veel Russische burgers en nodig is om een echt constructief partnerschap tussen de EU en Rusland op te bouwen; onderstreept dat de EU bereid is een bijdrage te leveren aan het Partnerschap voor modernisering en elke opvolger van de huidige partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst die gekoppeld is aan vooruitgang in Rusland op het gebied van de mensenrechten, de rechtsstaat en een pluralistische democratie;

unterstreicht den sich aus der gemeinsamen Beteiligung mit der OSZE/ODIHR, der Parlamentarischen Versammlung der OSZE, der Parlamentarischen Versammlung des Europarats und wenn angemessen mit der Parlamentarischen Versammlung der NATO an internationalen Wahlbeobachtungsmissionen im OSZE-Raum ergebenden Mehrwert; ist der Auffassung, dass seine Beteiligung an diesen Missionen fortgesetzt und sogar ausgeweitet werden sollte; unterstreicht die entscheidende Bedeutung der gründlichen politischen Koordinierung zwischen der beteiligten Gremien, insbesondere bezüglich der Sorgfältigkeit bei ihrer Bewertung, der Einhaltung der Unabhängigkeitsstandards, der Schlussfolgerungen langfristiger Beobachter und der Kohärenz öffentlicher Erklärungen.
vestigt de aandacht op de toegevoegde waarde van deelname aan internationale verkiezingswaarnemingsmissies in het OVSE-gebied, samen met de OVSE/ODIHR, de Parlementaire Assemblee van de OVSE, de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa, en zo nodig de parlementaire vergadering van de NAVO; is van mening dat zijn betrokkenheid bij deze missies moet worden voortgezet en zelfs geïntensiveerd; onderstreept het cruciale belang van een grondige beleidscoördinatie tussen de betrokken organen, in het bijzonder wat betreft de zorgvuldigheid van hun evaluaties, de aansluiting bij normen inzake hun onafhankelijkheid, de conclusies van langetermijnwaarnemers en de coherentie van openbare verklaringen.

unterstreicht den sich aus der gemeinsamen Beteiligung mit der OSZE/ODIHR, der Parlamentarischen Versammlung der OSZE, der Parlamentarischen Versammlung des Europarats und wenn angemessen mit der Parlamentarischen Versammlung der NATO an internationalen Wahlbeobachtungsmissionen im OSZE-Raum ergebenden Mehrwert; ist der Auffassung, dass seine Beteiligung an diesen Missionen fortgesetzt und sogar ausgeweitet werden sollte; unterstreicht die entscheidende Bedeutung der gründlichen politischen Koordinierung zwischen der beteiligten Gremien, insbesondere bezüglich der Sorgfältigkeit bei ihrer Bewertung, der Einhaltung der Unabhängigkeitsstandards, der Schlussfolgerungen langfristiger Beobachter und der Kohärenz öffentlicher Erklärungen;
vestigt de aandacht op de toegevoegde waarde van deelname aan internationale verkiezingswaarnemingsmissies in het OVSE-gebied, samen met de OVSE/ODIHR, de Parlementaire Assemblee van de OVSE, de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa, en zo nodig de parlementaire vergadering van de NAVO; is van mening dat zijn betrokkenheid bij deze missies moet worden voortgezet en zelfs geïntensiveerd; onderstreept het cruciale belang van een grondige beleidscoördinatie tussen de betrokken organen, in het bijzonder wat betreft de zorgvuldigheid van hun evaluaties, de aansluiting bij normen inzake hun onafhankelijkheid, de conclusies van langetermijnwaarnemers en de coherentie van openbare verklaringen;

Beunruhigend ist die Tatsache, dass die Signale die von einigen der größten Textil und Bekleidungsexportländer bezüglich ihrer Bereitschaft den Schutz der eigenen Industrie im Rahmen der Doha-Entwicklungsagenda aufzugeben, bis jetzt nicht als positiv zu bewerten sind. Das wirft die Frage auf, ob Unternehmen in diesen Ländern den eingeschränkten Zugang zu ihren jeweiligen Inlandsmärkten nutzen, um international aggressiver zu expandieren.
Het is zorgwekkend dat een aantal van de grote textiel- en kledingexporteurs in de DDA tot dusver weinig positieve signalen hebben afgegeven wat betreft hun bereidheid te stoppen met hun industrie te beschermen; dit roept de vraag op of de ondernemingen in deze landen de beschermde toegang tot hun binnenlandse markt wellicht gebruiken om agressieve internationale groei te realiseren.