Vertaling van "des dekrets erwähnten kontrollvorgänge andererseits " (Duits → Nederlands) :

Art. 40 - In Artikel D.255 § 1 desselben Buches, eingefügt durch das Dekret vom 12. Dezember 2004, wird Ziffer 2 durch Folgendes ersetzt: "2° andererseits: a) entweder dem Abschluss mit der Öffentlichen Gesellschaft für Wasserbewirtschaftung eines Dienstleistungsvertrags für die Abwasserreinigung, nach dessen Bestimmungen der Erzeuger des Wassers die Dienstleistungen der Öffentlichen Gesellschaft für Wasserbewirtschaftung in Anspruch nimmt, um nach einer bestimmten Planung die kollektive Sanierung und die öffentliche Verwaltung der autonomen Sanierung eines Wasservolumens durchzuführen, das dem zur Verteilung in der wallonischen Region durch die öffentliche Wasserversorgung bestimmten, erzeugten Wasservolumen entspricht; b) oder der Durchführung der unter Buchstabe a) erwähnten Aufgaben durch den Erzeuger selbst, für ein Volumen, das dem von ihm erzeugten Volumen entspricht".
Art. 40. In artikel D.255, § 1, van hetzelfde Boek, ingevoegd bij het decreet van 12 december 2004, wordt punt 2° vervangen als volgt : « 2° anderzijds aan, hetzij : a) het sluiten, met de « S.P.G.E».

Art. 15. § 1. Unbeschadet der Bestimmungen der Artikel 7, 10 und 11 der vorliegenden Dienstordnung führt der Vorstand die zur Durchführung der in Artikel 43, § 2 des Elektrizität-Dekrets und in Artikel 36, § 1 des Gas-Dekrets erwähnten Aufgaben der Kommission einerseits, und unter Einhaltung der Bestimmungen der in Artikel 50 des Elektrizität-Dekrets erwähnten Kontrollvorgänge andererseits, erforderlichen oder zweckmässigen Handlungen durch.
Art. 15. § 1. Onverminderd artikelen 7, 10 en 11 van dit reglement voert het directiecomité de handelingen uit die noodzakelijk of nuttig zijn voor enerzijds de uitvoering van de opdrachten van de Commissie bedoeld in artikel 43, § 2, van het elektriciteitsdecreet en 36, § 1, van het gasdecreeten, anderzijds, met naleving van de bepalingen van de controleverrichtingen bedoeld in artikel 50 van het elektriciteitsdecreet.

Unter Berücksichtigung der Anerkennung der Gleichwertigkeit der Schulzeugnisse und Diplome der Französischen Gemeinschaft durch die Flämische Gemeinschaft einerseits und der in B.20.5 erwähnten besonderen Beschaffenheit der betreffenden Schulen andererseits ist Artikel 2 Absatz 2 Nr. 1 des angefochtenen Dekrets in dem Sinne auszulegen, dass in dem Fall, wo die Schulbehörde einer der vorerwähnten Schulen eine Abweichung von den durch das Flämische Parlament festgelegten Entwicklungszielen und Endzielen beantragt und ersatzweise für die Entwicklungsziele und/oder Endziele die durch die Französische Gemeinschaft festgelegten allgemeinen und besonderen Ziele sowie Sockelkompetenzen vorschlägt, die Flämische Regierung diese Abweichung nicht verweigern kann.
Rekening houdend met, enerzijds, de erkenning door de Vlaamse Gemeenschap van de gelijkwaardigheid van de studiebewijzen en diploma's van de Franse Gemeenschap en, anderzijds, het in B.20.5 vermelde bijzondere karakter van de scholen in kwestie, dient artikel 2, tweede lid, 1°, van het bestreden decreet aldus te worden geïnterpreteerd dat wanneer een schoolbestuur van één van de voormelde scholen een afwijking zou vragen van de door het Vlaams Parlement vastgelegde ontwikkelingsdoelen en eindtermen, en als vervangende ontwikkelingsdoelen en/of eindtermen de algemene en bijzondere ontwikkelingsdoelen en eindtermen vastgesteld door de Franse Gemeenschap zou voorstellen, de Vlaamse Regering de goedkeuring van die afwijking niet kan weigeren.

Art. 15 - § 1. Unbeschadet der Bestimmungen der Artikel 7, 10 und 11 der vorliegenden Dienstordnung führt der Vorstand die zur Durchführung der in Artikel 43, § 2 des Dekrets erwähnten Aufgaben der Kommission einerseits, und unter Einhaltung der Bestimmungen der in Artikel 50 des Dekrets erwähnten Kontrollvorgänge andererseits, erforderlichen oder zweckmässigen Handlungen durch.
Art. 15. § 1. Onverminderd artikelen 7, 10 en 11 van dit reglement voert het directiecomité de handelingen uit die noodzakelijk of nuttig zijn voor enerzijds de uitvoering van de opdrachten van de Commissie bedoeld in artikel 43, § 2, van het decreet en, anderzijds, met naleving van de bepalingen van de controleverrichtingen bedoeld in artikel 50 van het decreet.

Im zweiten Teil des ersten Klagegrunds der beiden Klagen wird der Hof gebeten, über die Verfassungsmässigkeit von Artikel 3 Nr. 1 und von Artikel 7 des Dekrets vom 16. Juni 2006 zu befinden, insofern sie zwei Kategorien von nicht ansässigen Studenten, die einen Antrag einreichten, um zum ersten Mal in einer Hochschuleinrichtung der Französischen Gemeinschaft eingeschrieben zu werden, auf gleiche Weise behandelten, nämlich einerseits diejenigen, die ihre Einschreibung für die in den besagten Bestimmungen erwähnten Studiengänge beantragten, und andererseits diejenigen, die ihre Einschreibung für den Studiengang beantragten, der zur Verleihung des akademischen Grades als « Bachelor in Veterinärmedizin » im Sinne von Artikel 3 Nr. 2 des Dekrets vom 16. Juni 2006 führe.
In het tweede onderdeel van het eerste middel van de beide beroepen wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de grondwettigheid van artikel 3, 1°, en van artikel 7 van het decreet van 16 juni 2006, in zoverre zij twee categorieën van niet-verblijvende studenten die een aanvraag indienen om voor de eerste maal te worden ingeschreven in een inrichting van hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap op identieke wijze zouden behandelen : enerzijds, diegenen die hun inschrijving aanvragen voor de cursussen bedoeld in de voormelde bepalingen en, anderzijds, diegenen die hun inschrijving aanvragen voor de cursus die leidt tot de uitreiking van de academische graad van « bachelor diergeneeskunde » bedoeld in artikel 3, 2°, van het decreet van 16 juni 2006.

Aus dem Sachverhalt und der Formulierung der präjudiziellen Frage geht hervor, dass der Hof gebeten wird, über den Behandlungsunterschied zu befinden, der durch die vorerwähnten Bestimmungen des Gesetzes vom 8. April 1965 und des Dekrets vom 4. März 1991 zwischen zwei Kategorien von Minderjährigen eingeführt würde, die Gegenstand einer individuellen Hilfsmassnahme im Sinne von Artikel 38 § 3 Nr. 1 dieses Dekrets wären, wobei deren Anwendungsmodalitäten vor dem Jugendgericht angefochten würden durch eine Klage, die auf der Grundlage von Artikel 37 dieses Dekrets durch eine der in Absatz 1 Nr. 1 dieser Bestimmung erwähnten Personen eingereicht würde: einerseits diejenigen, die durch den Urheber dieser Klage ins Verfahren einbezogen würden, und andererseits diejenigen, die nicht einbezogen würden.
Uit de feiten van het geding en de formulering van de prejudiciële vraag blijkt dat het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over het verschil in behandeling dat de voormelde bepalingen van de wet van 8 april 1965 en van het decreet van 4 maart 1991 zouden maken tussen twee categorieën van minderjarigen ten aanzien van wie een maatregel van individuele hulpverlening bedoeld in artikel 38, § 3, 1°, van dat decreet wordt genomen en waarvan de toepassingsvoorwaarden voor de jeugdrechtbank worden betwist door middel van een beroep dat op grond van artikel 37 van dat decreet is ingesteld door een van de personen bedoeld in het eerste lid, 1°, van die bepaling : enerzijds, diegenen die in het geding zijn betrokken door de persoon die dat beroep heeft ingesteld en, anderzijds, diegenen voor wie dat niet het geval is.