3° die Bedingungen, denen Unterlagen und sonstige Pflanzenteile von nicht in Anhang I aufgeführten Gattungen oder Arten oder deren Hybriden entsprechen müssen, um Edelreiser der in Anhang I aufgeführten Gattungen oder Arten oder deren Hybriden zu tragen.
3° de voorwaarden waaraan onderstammen en andere plantendelen van andere dan de in bijlage I genoemde geslachten of soorten of hybriden daarvan moeten voldoen wanneer teeltmateriaal van de in bijlage I genoemde geslachten en soorten of hybriden daarvan daarop wordt geënt.