Aus den Vorarbeiten geht hervor, dass der Gesetzgeber einerseits den Standpunkt vertrat, dass die « Richter am Handelsgeri
cht eine bedeutende Rolle bei der Begleitung der kollektiven Verfahren spielen müssen », weil « es um das Gemeinwohl, und in gewissen Fällen sogar die öffentliche Ordnung geht » (Parl. Dok., Kammer, Sondersitzungsperiode 2007, DOC 52-0160/001, S. 6), und andererseits, dass der Ermessensfreiheit, über die das Handelsgericht unter dem früheren Gesetz vom 17. Juli 1997 über den gerichtlichen Vergleich verfügte, bei der etwaigen Gene
hmigung eines Plans dennoch gewisse E ...[+++]inschränkungen aufzuerlegen waren (ebenda, S. 31).Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever van oordeel is geweest, enerzijds, dat de « rechters bij de rechtbank van koophandel [.] een belangrijke rol [moeten] blijven spelen bij de begeleiding van de collectieve procedures » omdat « het algemeen bel
ang, en in bepaalde gevallen zelfs de openbare orde [.] in het geding [zijn] » (Parl. St., Kamer, B.Z. 2007, DOC 52-0160/001, p. 6) en, anderzijds, dat de beoordelingsvrijheid waarover de rechtbank van koophandel onder de vroegere wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord beschikte bij het al dan niet goedkeuren van een plan, niettemin aan beperkingen diende te
...[+++] worden onderworpen (ibid., p. 31).