Er kan te dezen derhalve geen gewag worden gemaakt van een « verdedigbare grief », in de zin van de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, daar de asielaanvraag van betrokkene, ondanks het feit dat hij een onderdaan is van een lidstaat van de Europese
Unie, niettemin is onderzocht en daar het de uitvoering betreft van een beslissing genomen, niet door de bevoegde minister of zijn gemachtigde, maar door de gespecialiseerde administratieve overheid die, overeenkomstig artikel 57/2 van de wet van 15 december 1980,
...[+++]« geheel onafhankelijk » is bij het nemen van haar beslissingen.