(22a) Für die Anwendung der Bestimmungen dieser Richtlinie im Zusammenhang mit der Binnenschifffahrt sollte den Mitgliedstaaten ein Übergangszeitraum von bis zu zwei Jahren gewährt werden, damit genügend Zeit für die Anpassung der innerstaatlichen Bestimmungen, die Einführung eines entsprechenden Rechtsrahmens und die Schulung von Personal bleibt.
(22 bis) De lidstaten moet een overgangsperiode van ten hoogste twee jaar voor de toepassing van de bepalingen van deze richtlijn betreffende binnenwateren worden toegestaan, zodat zij over de nodige tijd beschikken om de nationale bepalingen aan te passen, een juridisch kader tot stand te brengen en personeel op te leiden.