Traduction de «dass viele eigentümer derartiger fabriken » (Allemand → Néerlandais) :

C. in der Erwägung, dass in den Textilfabriken oft schwierige Verhältnisse herrschen und dass das Arbeitsrecht, z.B. die in den wichtigsten Übereinkommen der IAO niedergelegten Bestimmungen, nur äußerst unzureichend berücksichtigt wird sowie dass mancherorts auch Brandschutzbestimmungen nur äußerst unzureichend oder überhaupt nicht berücksichtigt werden; in der Erwägung, dass viele Eigentümer derartiger Fabriken nicht bestraft wurden und daher wenig getan haben, um die Arbeitsbedingungen zu verbessern;
C. overwegende dat er in de textielfabrieken vaak slechte arbeidsomstandigheden heersen, met weinig respect voor de rechten van werknemers zoals die in de belangrijkste conventies van de IAO zijn vastgelegd en vaak weinig of geen aandacht voor brandveiligheid; overwegende dat veel eigenaren van dergelijke fabrieken ongestraft zijn gebleven en daarom weinig gedaan hebben om de arbeidsomstandigheden te verbeteren;

G. in der Erwägung, dass viele Eigentümer derartiger Fabriken nicht bestraft wurden und daher wenig getan haben, um die Arbeitsbedingungen zu verbessern;
G. overwegende dat veel eigenaren van dergelijke fabrieken er ongestraft afgekomen zijn en daarom weinig gedaan hebben om de arbeidsomstandigheden te verbeteren;

D. in der Erwägung, dass in solchen Textilfabriken oft schwierige Verhältnisse herrschen und dass das Arbeitsrecht, z.B. die in den wichtigsten Übereinkommen der IAO niedergelegten Bestimmungen, nur äußerst unzureichend berücksichtigt wird, wobei der Sicherheit häufig wenig oder keine Aufmerksamkeit geschenkt wird; in der Erwägung, dass die Eigentümer derartiger Fabriken in vielen Fällen nicht bestraft wurden und daher wenig getan haben, um die Arbeitsbedingungen zu verbessern;
D. overwegende dat de arbeidsomstandigheden in dergelijke textielfabrieken vaak slecht zijn, met weinig respect voor de rechten van werknemers zoals die in de belangrijkste verdragen van de IAO zijn vastgelegd, en vaak met weinig of geen aandacht voor de veiligheid; overwegende dat de eigenaren van dergelijke fabrieken in veel gevallen ongestraft zijn gebleven en daarom weinig gedaan hebben om de arbeidsomstandigheden te verbeteren;

C. in der Erwägung, dass in solchen Textilfabriken oft schwierige Verhältnisse herrschen und dass das Arbeitsrecht, z.B. die in den wichtigsten Übereinkommen der IAO niedergelegten Bestimmungen, nur unzureichend berücksichtigt wird, was auch für die Sicherheitsbestimmungen gilt; in der Erwägung, dass die Eigentümer derartiger Fabriken in vielen Fällen nicht bestraft wurden und daher wenig getan haben, um die Arbeitsbedingungen zu verbessern;
C. overwegende dat de arbeidsomstandigheden in dergelijke textielfabrieken vaak slecht zijn, met weinig respect voor de rechten van werknemers zoals die in de belangrijkste verdragen van de IAO zijn vastgelegd, en vaak met weinig of geen aandacht voor de veiligheid; overwegende dat de eigenaren van dergelijke fabrieken in veel gevallen ongestraft zijn gebleven en daarom weinig gedaan hebben om de arbeidsomstandigheden te verbeteren;

In der Erwägung, dass die Artikel D.29-7 und D.29-8 von Buch I des Umweltgesetzbuches zur Regelung der Ankündigung von öffentlichen Untersuchungen für Pläne der Kategorie A.2, zu denen die Ausweisungserlasse gehören, keinesfalls verlangen, dass in der Bekanntmachung oder in den Notifizierungen auf die etwaigen Beschwerdewege gegen die Ausweisungserlasse hingewiesen wird; dass gemäß Artikel D.29-22 desselben Buches derartige Auskünfte lediglich in den Verwaltungsbeschlüssen der Kategorien B und C zu geben sind; dass außerdem das an die Eigentümer und Verwalter gerichtete Schreiben zur Ankündigung der Durchführung der öffentlichen Untersuchungen keineswegs gesetzlich oder verordnungsmäßig vorgeschrieben ist;
Overwegende dat de artikelen D.29-7 en D.29-8 van Boek I van het Milieuwetboek die de aankondiging van openbare onderzoeken bepalen voor plannen van categorie A.2 waarvan de aanwijzingsbesluiten deel uitmaken, niet eisen dat een verwijzing naar eventuele beroepsmiddelen tegen de aanwijzingsbesluiten vermeld wordt in het bericht of in de kennisgevingen; dat dergelijke informatie slechts in de administratieve beslissingen van categorieën B en C moet vermeld worden, overeenkomstig artikel D.29-22 van hetzelfde Boek; bovendien dat het schrijven gericht aan eigenaars en beheerders dat de verrichting van openbare onderzoeken aankondigt bovendien geen wettelijke of reglementaire eis is;

"50° Finanzierungsvereinbarung: ein Kredit-, Leasing-, Miet- oder Ratenkaufvertrag oder eine derartige Vereinbarung über ein Gerät, unabhängig davon, ob die Bedingungen dieses Vertrags oder dieser Vereinbarung oder eines Zusatzvertrags oder einer Zusatzvereinbarung vorsehen, dass eine Übertragung des Eigentums an diesem Gerät stattfindet oder stattfinden kann;
"financieringsovereenkomst" : een lening-, lease-, huur- of afbetalingsovereenkomst of een regeling met betrekking tot enige apparatuur, ongeacht of volgens die overeenkomst of regeling dan wel volgens een bijkomende overeenkomst of regeling eigendomsoverdracht van het apparaat zal of kan plaatsvinden;

In der Erwägung, dass die Artikel D.29-7 und D.29-8 von Buch I des Umweltgesetzbuches zur Regelung der Ankündigung von öffentlichen Untersuchungen für Pläne der Kategorie A.2, zu denen die Bezeichnungserlasse gehören, keinesfalls verlangen, dass in der Bekanntmachung oder in den Notifizierungen auf die etwaigen Beschwerdewege gegen die Bezeichnungserlasse hingewiesen wird; dass gemäß Artikel D.29-22 desselben Buches derartige Auskünfte lediglich in den Verwaltungsbeschlüssen der Kategorien B und C zu geben sind; dass außerdem das an die Eigentümer und Verwalter gerichtete Schreiben zur Ankündigung der Durchführung der öffentlichen Untersuchungen keineswegs gesetzlich oder verordnungsmäßig vorgeschrieben ist;
Overwegende dat de artikelen D.29-7, D.29-8 van Boek I van het Milieuwetboek die de aankondiging van openbare onderzoeken bepalen voor plannen van categorie A2 waarvan de aanwijzingsbesluiten deel uitmaken, niet eisen dat een verwijzing naar eventuele beroepsmiddelen tegen de aanwijzingsbesluiten vermeld wordt in het bericht of in de kennisgevingen; dat dergelijke informatie slechts in de administratieve beslissingen van categorieën B en C moet vermeld worden, overeenkomstig artikel D.29-22 van hetzelfde Boek; bovendien dat het schrijven gericht aan eigenaars en beheerders dat de verrichting van openbare onderzoeken aankondigt bovendien geen wettelijke of regelgevende eis is;

« Verstösst Artikel 8 § 1, in Verbindung mit Artikel 3 § 1 Buchstabe c) der Ordonnanz des Rates der Region Brüssel-Hauptstadt vom 23. Juli 1992 bezüglich der Regionalsteuer zu Lasten der Benutzer bebauter Grundstücke und Inhaber dinglicher Rechte an bestimmten Immobilien gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er dazu führt, dass die Eigentümer einer Fläche in einem grossen Bürohaus unterschiedlich besteuert werden, je nachdem, ob diese Personen Eigentümer von anderen Flächen im selben Gebäude sind oder nicht, in dem Ausmass, dass die Mehrheit der Eigentümer eines solchen Gebäudes, trotz seiner erheblichen Grösse, manchmal sogar dieser Besteuerung entgehen, weil das bebaute Grundstück, das nicht zu Wohnzwecken dient, in Flächen von höchstens 300 Quadratmetern eingeteilt ist und viele dieser Flächen unterschiedlichen Eigentümern gehören, während die Zielsetzung des Regionalgesetzgebers darin bestand, die bebauten Grundstücke mit grosser Fläche schwerer zu besteuern, wenn sie nicht eine unentbehrliche Ergänzung der Wohnfunktion darstellen?
« Schendt artikel 8, § 1, in samenhang met artikel 3, § 1, litt. c, van de ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het ertoe leidt dat de eigenaars van een oppervlakte in een groot kantoorgebouw verschillend worden belast naargelang die personen al dan niet eigenaar zijn van andere oppervlakten in hetzelfde gebouw, in die mate dat het merendeel van de eigenaars van een dergelijk gebouw, ondanks de aanzienlijke omvang ervan, soms zelfs aan de belasting ontsnappen omdat dat gebouwd onroerend goed dat niet voor huisvesting is bestemd, is ingedeeld in oppervlakten van hoogstens 300 vierkante meter en veel van die oppervlakten aan verschillende eigenaars toebehoren, terwijl het doel van de gewestwetgever erin bestond de gebouwde onroerende goederen met een grote oppervlakte, indien die niet op onmisbare wijze complementair zijn aan de woonfunctie, zwaarder te belasten ?

« Verstösst Artikel 8 § 1, in Verbindung mit Artikel 3 § 1 Buchstabe c) der Ordonnanz des Rates der Region Brüssel-Hauptstadt vom 23hhhhqJuli 1992 bezüglich der Regionalsteuer zu Lasten der Benutzer bebauter Grundstücke und Inhaber dinglicher Rechte an bestimmten Immobilien gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er dazu führt, dass die Eigentümer einer Fläche in einem grossen Bürohaus unterschiedlich besteuert werden, je nachdem, ob diese Personen Eigentümer von anderen Flächen im selben Gebäude sind oder nicht, in dem Ausmass, dass die Mehrheit der Eigentümer eines ähnlichen Gebäudes, trotz seiner erheblichen Grösse, manchmal sogar dieser Besteuerung entgehen, weil das bebaute Grundstück, das nicht zu Wohnzwecken dient, in Flächen von höchstens 300 Quadratmetern eingeteilt ist und viele dieser Flächen unterschiedlichen Eigentümern gehören, während die Zielsetzung des Regionalgesetzgebers darin bestand, die bebauten Grundstücke mit grosser Fläche schwerer zu besteuern, wenn sie nicht eine unentbehrliche Ergänzung der Wohnfunktion darstellen?
« Schendt artikel 8, § 1, in samenhang met artikel 3, § 1, litt. c, van de ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het ertoe leidt dat de eigenaars van een oppervlakte in een groot kantoorgebouw verschillend worden belast naargelang die personen al dan niet eigenaar zijn van andere oppervlakten in hetzelfde gebouw, in die mate dat het merendeel van de eigenaars van een dergelijk gebouw, ondanks de aanzienlijke omvang ervan, soms zelfs aan de belasting ontsnappen omdat dat gebouwd onroerend goed dat niet voor huisvesting is bestemd, is ingedeeld in oppervlakten van hoogstens 300 vierkante meter en veel van die oppervlakten aan verschillende eigenaars toebehoren, terwijl het doel van de gewestwetgever erin bestond de gebouwde onroerende goederen met een grote oppervlakte, indien die niet op onmisbare wijze complementair zijn aan de woonfunctie, zwaarder te belasten ?