Der Hof hat geurteilt, dass der Gesetzgeber vernünftigerweise davon ausgehen konnte, dass das Diplom eines Graduierten der Topographie nicht den Diplomen, die in Artikel 2 des Gesetzes vom 11. Mai 2003 angeführt sind, gleichwertig war und dass in diesem Punkt kein Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung vorlag.
Het Hof oordeelde dat de wetgever redelijkerwijze vermocht aan te nemen dat het diploma van gegradueerde in de topografie niet gelijkwaardig was aan de diploma's die in artikel 2 van de wet van 11 mei 2003 worden vermeld en dat er op dat punt geen schending was van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.