Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «darin willkürlich unterschieden werde innerhalb » (Allemand → Néerlandais) :

In der Rechtssache Nr. 6136 führen die klagenden Parteien an, dass Artikel 135 § 3 des Internierungsgesetzes 2014 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstoße, weil darin willkürlich unterschieden werde innerhalb der Gruppe von verurteilten Personen, bei denen während ihrer Haft ein Zustand der Geistesstörung festgestellt werde.

In de zaak nr. 6136 voeren de verzoekende partijen aan dat artikel 135, § 3, van de Interneringswet 2014, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt omdat het een willekeurig onderscheid zou maken binnen de groep van veroordeelde personen die tijdens hun hechtenis in staat van geestesstoornis worden bevonden.


Der vorlegende Richter möchte vom Gerichtshof vernehmen, ob die fragliche Bestimmung mit den Artikeln 10, 11 und 172 der Verfassung vereinbar sei, wenn sie in dem Sinne ausgelegt werde, dass sie rückwirkend auf die Steuerjahre 2009 und 2010 Anwendung finde, ohne dass dabei zwischen Steuerpflichtigen unterschieden werde, je nachdem, ob sie ihren Wohnsitz innerhalb oder außerhalb des belgischen Grenzgebiets im Sinne von Artikel 11 Ab ...[+++]

De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, indien zij zo wordt geïnterpreteerd dat zij met terugwerkende kracht van toepassing is op de aanslagjaren 2009 en 2010, zonder onderscheid tussen belastingplichtigen naargelang zij gedomicilieerd zijn in of buiten de Belgische grenszone in de zin van artikel 11, paragraaf 2, c), tweede lid, van de voormelde Overeenkomst van 10 maart 1964.


Der Hof wird zur Vereinbarkeit dieser Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung befragt, insofern darin für die Berechnung der Pension unterschieden werde zwischen einerseits der Kategorie der endgültig ernannten Beamten und andererseits der Kategorie der endgültig ernannten Beamten, die zeitweilig ein höheres Amt ausgeübt hätten als dasjenige, in das sie endgültig ernannt seien.

Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij, wat de berekening van het pensioen betreft, een onderscheid maakt tussen, enerzijds, de categorie van vastbenoemde ambtenaren en, anderzijds, de categorie van vastbenoemde ambtenaren die tijdelijk een hoger ambt hebben uitgeoefend dan hetgeen waarin zij vastbenoemd zijn.


Der vorlegende Richter fragt, ob die betreffende Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, da unter den Beitragspflichtigen des darin geregelten Beitrags und Zusatzbeitrags nicht zwischen pharmazeutischen Unternehmen unterschieden werde, je nachdem, ob sie Generika oder Markenarzneimittel bzw. Referenzarzneimittel vermarkteten.

De verwijzende rechter vraagt of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat onder de heffingplichtigen van de erin geregelde heffing, aanvullende heffing en bijkomende heffing, geen onderscheid wordt gemaakt tussen farmaceutische ondernemingen, naargelang zij generische geneesmiddelen dan wel merkgeneesmiddelen of referentiespecialiteiten op de markt brengen.


Es ist noch zu prüfen, ob die fragliche Bestimmung keine Missachtung der Artikel 10 und 11 der Verfassung darstellt, insofern darin nicht nach der rechtlichen Möglichkeit zur Begrenzung der Höhe der Einzäunungen unterschieden werde.

Voorts dient nog te worden onderzocht of de in het geding zijnde bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre zij geen onderscheid zou maken naar gelang van de juridische mogelijkheid om de hoogte van de afsluitingen te beperken.


Die zweite präjudizielle Frage bezieht sich auf die Vereinbarkeit der fraglichen Bestimmungen mit den Artikeln 10, 11 und 172 der Verfassung, indem darin ein Beitrag vorgesehen sei, der eine pauschale Beschaffenheit aufweisen müsse, und es dem König erlaubt werde, auf der Grundlage von Kriterien zu unterscheiden, bei den die Grösse der Gesellschaft berücksichtigt werde, so dass Gesellschaften, die sich auf andere Weise als durch ihre Grösse voneinander unterschieden, dennoch ...[+++]

De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepalingen met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, doordat zij in een bijdrage voorzien die een forfaitair karakter dient te hebben en de Koning toelaat een onderscheid te maken op basis van criteria die rekening houden met de omvang van de vennootschap, waardoor vennootschappen die zich op een andere wijze van elkaar onderscheiden dan door hun omvang, niettemin op identieke wijze worden behandeld.


19. stimmt mit der Kommission darin überein, dass die unterschiedlichen Wachstums- und Inflationsraten innerhalb des Euroraums, mit Unterschieden von bis zu 4,5 % beim Wachstum und bis zu 2,7 % bei der Inflation im Jahr 2005, zunehmend auf strukturelle Gründe zurückzuführen ist; bedauert, dass die Streuung der Inflationsraten unter den Mitgliedstaaten mit einer höheren Inflation negative Auswirkungen auf die Wettbewerbsfähigkeit und die Währungsstabilität des Euroraums al ...[+++]

19. is het met de Commissie eens dat de verschillen in groei en inflatie tussen de landen van de eurozone, respectievelijk tot 4,5% en tot 2,7%, in steeds sterkere mate zijn terug te voeren op structurele oorzaken; betreurt dat het uiteenlopen van de inflatiecijfers tussen de lidstaten met hogere inflatiecijfers een negatief effect heeft op het concurrentievermogen en de monetaire stabiliteit van de eurozone als geheel; merkt op dat deze verschillen soms deel uitmaken van een positief proces van convergentie in inkomens en prijsniveaus, in het kader van het "inhaalproces"; dringt ...[+++]


19. stimmt mit der Kommission darin überein, dass die unterschiedlichen Wachstums- und Inflationsraten innerhalb des Euroraums, mit Unterschieden von bis zu 4,5 % beim Wachstum und bis zu 2,7 % bei der Inflation im Jahr 2005, zunehmend auf strukturelle Gründe zurückzuführen ist; bedauert, dass die Streuung der Inflationsraten unter den Mitgliedstaaten mit einer höheren Inflation negative Auswirkungen auf die Wettbewerbsfähigkeit und die Währungsstabilität des Euroraums al ...[+++]

19. is het met de Commissie eens dat de verschillen in groei en inflatie tussen de landen van de eurozone, respectievelijk tot 4,5% en tot 2,7%, in steeds sterkere mate zijn terug te voeren op structurele oorzaken; betreurt dat het uiteenlopen van de inflatiecijfers tussen de lidstaten met hogere inflatiecijfers een negatief effect heeft op het concurrentievermogen en de monetaire stabiliteit van de eurozone als geheel; merkt op dat deze verschillen soms deel uitmaken van een positief proces van convergentie in inkomens en prijsniveaus, in het kader van het "inhaalproces"; dringt ...[+++]


19. stimmt mit der Kommission darin überein, dass die unterschiedlichen Wachstums- und Inflationsraten innerhalb des Euroraums, mit Unterschieden von bis zu 4,5% beim Wachstum und bis zu 2,7% bei der Inflation im Jahr 2005, zunehmend auf strukturelle Gründe zurückzuführen ist; bedauert, dass die Streuung der Inflationsraten unter den Mitgliedstaaten mit einer höheren Inflation negative Auswirkungen auf die Wettbewerbsfähigkeit und die Währungsstabilität des Euroraums als ...[+++]

19. is het met de Commissie eens dat de verschillen in groei en inflatie tussen de landen van de eurozone, respectievelijk tot 4,5% en tot 2,7%, in steeds sterkere mate zijn terug te voeren op structurele oorzaken; betreurt dat het uiteenlopen van de inflatiecijfers tussen de lidstaten met hogere inflatiecijfers een negatief effect heeft op het concurrentievermogen en de monetaire stabiliteit van de eurozone als geheel;


« Verstösst Artikel 7 Absatz 2 des Gesetzes vom 26. Juli 1962 über das Dringlichkeitsverfahren in bezug auf die Enteignung zu gemeinnützigen Zwecken gegen den in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung - an sich und in Verbindung mit den Artikeln 13 und 160 der Verfassung und den Artikeln 6 Absatz 1 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention - enthaltenen Gleichheits- und Nichtdiskriminierungsgrundsatz, indem durch den obengenannten Artikel 7 Absatz 2 innerhalb der gleichen Gruppe von Rechtsuchenden (nämlich den Personen, die in den Artikeln 3 und 6 des Gesetzes vom 26. Juli 1962 genannt werden) ...[+++]

« Schendt artikel 7, tweede lid, van de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigeningen ten algemene nutte, het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel en het niet-discriminatiebeginsel vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet op zichzelf beschouwd en samengelezen met de artikelen 13 en 160 van de Grondwet en de artikelen 6, § 1, en 14, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, doordat door voormeld artikel 7, tweede lid, binnen éénzelfde groep justitiabelen (namelijk de personen die zijn bedoeld in de artikelen 3 en 6 van de wet van 26 juli 1962) een verschil in behan ...[+++]


w