Traduction de «dann noch per internet umfassend angeben muss » (Allemand → Néerlandais) :

Wenn man darüber hinausgehend dann noch per Internet umfassend angeben muss, mit welcher Fluglinie man anreist, was das Reiseziel ist, in welchem Hotel man sich befindet, und dazu die Kreditkartennummer angeben muss, hinterlässt das etliche Fragestellungen, warum dies alles notwendig ist.
Als je daarnaast nog op internet uitvoerig moet aangeven met welke luchtvaartmaatschappij je vliegt, wat je reisdoel is, in welk hotel je verblijft en wat het nummer van je creditcard is, roept dit de vraag op of dit allemaal wel nodig is.

5. betont, dass Interventionen des Gerichtshofs, des Europäischen Bürgerbeauftragten und des Europäischen Datenschutzbeauftragten (EDSB), die grundsätzlich zu Einzelfällen Stellung nehmen, keine Gesetzgebungstätigkeit in Hinblick auf Rechtssicherheit und Gleichheit vor dem Gesetz ersetzen können; bedauert, dass selbst dann, wenn der Gerichtshof, wie beispielsweise in der Rechtssache Turco, einen eindeutigen Grundsatz zur legislativen Transparenz, aufgestellt hat, dieser noch immer nicht eingehalten wird; fordert infolgedessen die Organe erneut auf, sich an das Urteil in der Rechtssache Turco zu Gutachten des Juristischen Dienstes zu halten, die im Rahmen des Rechtsetzungsverfahrens ausgearbeitet werden; bekräftigt erneut, dass der Gesetzgeber die in der Rechtsprechung des Gerichthofs hervorgehobenen Probleme angehen und überwinden und das Recht auf Zugang zu Dokumenten im Geiste der neuen Vertragsänderungen uneingeschränkt und umfassender durchsetzen muss, mit denen eindeutig ein Grundrecht auf Zugang zu Dokumenten eingeführt wird;
5. wijst erop dat stappen van het Hof van Justitie, de Europese Ombudsman en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, die zich vooral in individuele gevallen uitspreken, niet de plaats van wetgeving kunnen innemen als het gaat om rechtszekerheid en rechtsgelijkheid; betreurt het dat ook door het Hof verkondigde duidelijke beginselen, zoals in het arrest in de zaak-Turco over transparantie in de wetgeving, niettemin niet worden nageleefd; roept de instellingen derhalve andermaal op om het arrest-Turco inzake in het kader van het wetgevingsproces opgestelde adviezen van juridische diensten in acht te nemen; wijst er nogmaals op dat de wetgever de in de rechtspraak van het Hof van Justitie gesignaleerde problemen moet aanpakken en oplossen en het recht op toegang tot documenten ten volle en met ruimere strekking gestalte moet geven, in de geest van de recente Verdragswijzigingen die duidelijk in een grondrecht op toegang tot documenten voorzien;

48. ist der Auffassung, dass Artikel 53 der Richtlinie 2005/36/EG bezüglich der sprachlichen Anforderungen geklärt werden muss, da es immer noch Unstimmigkeiten über die Auslegung dieser Bestimmung zwischen der Kommission, dem EuGH und den Mitgliedstaaten gibt; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, die Bestimmungen über die sprachlichen Anforderungen für Berufe im Gesundheitswesen dahingehend zu überarbeiten, dass den zuständigen Behörden die notwendige Flexibilität verschafft wird, sich der technischen und kommunikativen Sprachkompetenz der Fachkräfte im Rahmen des Anerkennungsverfahrens zu vergewissern und diese nur dann zu prüfen, sofern dies erforderlich ist; ist der Auffassung – ohne die Möglichkeit für die Arbeitgeber einzuschränken, sich bei der Besetzung einer besonderen Stelle selbst der Sprachkompetenzen von Fachkräften zu vergewissern –, dass dem Grundsatz der Verhältnismäßigkeit in dieser Hinsicht umfassend Rechnung getragen werden muss, damit solche Prüfungen nicht zu einem zusätzlichen Hindernis werden;
48. is van oordeel dat artikel 53 van Richtlijn 2005/36/EG met betrekking tot taalvaardigheden moet worden verduidelijkt, aangezien de Commissie, het Europees Hof van Justitie en de lidstaten nog altijd van mening verschillen over de interpretatie ervan; vraagt daarom de Commissie en de lidstaten de regeling inzake taalvereisten voor beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg te herzien door de bevoegde autoriteiten de flexibiliteit te geven om de technische en conversatietaalvaardigheden van beroepsbeoefenaars vast te stellen en, alleen indien nodig, te testen in het kader van het erkenningsproces; is van mening dat, zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid voor werkgevers om zichzelf te vergewissen van de taalvaardigheden van beroepsuitoefenaren wanneer ze iemand voor een bepaalde baan aanwerven, het evenredigheidsbeginsel in dit opzicht nauwgezet moet worden toegepast, zodat dergelijke tests geen extra belemmering gaan vormen;