Demnach können Infrastruktureinrichtungen und damit verbundene Aufwendungen und Umsatzerlöse je nachdem, ob die künftigen Umsatzerlöse des Betreibers einer gewissen Unsicherheit unterliegen, auf zweierlei Weise erfasst werden („Modell“ des finanziellen Vermögenswerts und „Modell“ des immateriellen Vermögenswerts).
De infrastructuur en de daarmee samenhangende opbrengsten en kosten kunnen op twee manieren worden verwerkt (volgens het model van het financieel actief of volgens het model van het immaterieel actief), al naargelang de onzekerheid waarmee de toekomstige opbrengsten van de exploitant zijn omgeven.