Vertaling van "consten grundig " (Duits → Nederlands) :

(45) Vgl. das in Fußnote 21 zitierte Urteil Consten und Grundig.
(45) Zie het in noot 21 aangehaalde arrest in de zaak Corsten en Grundig.

(67) Vgl. z. B. das in Fußnote 29 erwähnte Urteil Consten und Grundig.
(67) Zie het in noot 21 aangehaalde arrest in de zaak Corsten en Grundig.

(80) Vgl. in diesem Zusammenhang das in Fußnote 21 zitierte Urteil Consten und Grundig, in dem der Gerichtshof entschied, dass Verbesserungen im Sinn des Artikel 81 Absatz 3 spürbare objektive Vorteile in einer Art und Weise aufzeigen muss, damit die Nachteile, die dem Wettbewerb zugefügt werden, ausgeglichen werden.
(80) Zie in dit verband het in noot 21 aangehaalde arrest in de zaak Consten en Grundig, waar het Hof van Justitie oordeelde dat de verbeteringen in de zin van de eerste voorwaarde van artikel 81, lid 3, merkbare en objectieve voordelen met zich dient te brengen van zodanige aard, dat daardoor de op het vlak van de concurrentie optredende nadelen worden gecompenseerd.

(3) Vgl. EuGH 13. 7.1966, Consten und Grundig, Verbundene Rechtssachen 56/64 und 58/64, Slg. 1966, 429, und EuGH 16.3.1974, Commercial Solvents, Verbundene Rechtssachen 6/73 und 7/73, Slg.
(3) Zie bv. gevoegde zaken 56 en 58/64, Consten en Grundig, Jurispr. 1966, blz. 450, en gevoegde zaken 6 en 7/73, Commercial Solvents, Jurispr. 1974, blz. 223.

(2) Siehe u. a. Urteile des Gerichtshofes der Europäischen Gemeinschaften vom 13. Juli 1966 in den verbundenen Rechtssachen 56/64 und 58/64, Consten und Grundig/Kommission, Slg. 1966, 322; vom 30. Juni 1966 in der Rechtssache 56/65, LTM, Slg. 1966, 282; und des Gerichts erster Instanz der Europäischen Gemeinschaften in der Rechtssache T-77/92, Parker Pen/Kommission, Slg. 1994, II-549.
(2) Zie o.m. arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 13 juli 1966 in de gevoegde zaken 56/64 en 58/64, Consten en Grundig/Commissie, Jurispr. 1966, blz. 450; arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 30 juni 1966 in zaak 56/65, Technique Minière/Machinenbau Ulm, Jurispr. 1966, blz. 392; arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen van 14 juli 1994 in zaak T-77/92, Parker Pen/Commissie, Jurispr. 1994, blz. II-549.

Die Einschränkung des Parallelhandels ist ein sehr schwerer Verstoß gegen Artikel 81 EG-Vertrag, wie der Europäische Gerichtshof schon 1966 in der bahnbrechenden Rechtssache "Grundig-Consten" und die Kommission in jüngerer Zeit (1998) in der Kartellsache "Volkswagen" festgestellt haben.
Beperkingen van de parallelle handel vormen een zeer ernstige inbreuk op artikel 81, zoals reeds in 1966 bevestigd door het Europese Hof van Justitie in de als precedent fungerende zaak Grundig-Consten en meer recent in de beschikking van 1998 met betrekking tot Volkswagen .