Die klagenden Parteien behaupten, dass bereits in der Klageschrift dargelegt worden sei, dass die Gemeinde Sint-Pieters-Leeuw immer zu einem einsprachigen Gerichtskanton gehört habe, in dem für den Friedensrichter, die stellvertretenden Friedensrichter oder den Chefgreffier die Kenntnisse der zweiten Landessprache niemals verpflichtend gewesen seien.
De verzoekende partijen betogen dat reeds in het verzoekschrift is uiteengezet dat de gemeente Sint-Pieters-Leeuw steeds heeft behoord tot een eentalig gerechtelijk kanton, waarin ten aanzien van de vrederechter, de plaatsvervangende vrederechters of de hoofdgriffier nooit enige vereiste van kennis van de tweede landstaal is gesteld.
