12. spricht sich dafür aus, dass die Europäische Union in enger Zusammenarbeit mit den beteiligten Institutionen und Organisationen eine „Europäische Charta für berufsethische Regeln oder ethische Verhaltensregeln für Mediatoren“ ausarbeitet, die in allen Mitgliedstaaten angewandt werden muss und den Konfliktparteien im Rahmen der „ADR“-Verfahren ein Mindestmaß an Qualitätssicherung sowie die Anwendung der Grundsätze der Unabhängigkeit, Unparteilichkeit, Transparenz, Effizienz, Wahrung der Rechte sowie der Vertraulichkeit garantiert.
12. pleit ervoor dat de Europese Unie in nauwe samenwerking met belangstellende organisaties en instellingen een "Europees Handvest van deontologische normen of van goed ethisch gedrag van de bemiddelaars" opstelt dat voor alle lidstaten geldt en garandeert dat de ADR-procedures de partijen een minimumkwaliteitsgarantie bieden en dat de beginselen van onafhankelijkheid en onpartijdigheid, doorzichtigheid, doeltreffendheid, wettigheid en vertrouwelijkheid worden toegepast.
