Art. 116 - Der Minister für Haushalt und Finanzen darf innerhalb der Begrenzungen der verfügbaren Haushaltsmittel die mit der Inanspruchnahme von Bürgschaften verbundenen Ausgaben zu Lasten der Basiszuwendung 31.01 des Programms 07 des Organisationsbereichs 12 durch Ausgabenanweisungen zahlen, die nicht mit dem vorherigen Sichtvermerk des Rechnungshofs versehen sind, unter Vorbehalt der Aufhebung der betreffenden Bestimmungen des Gesetzes vom 29. Oktober 1846 über die Organisation des Rechnungshofs.
Art. 116. De Minister van Begroting en Financiën wordt ertoe gemachtigd de uitgaven m.b.t. de uitvoering van waarborgen ten laste van basisallocatie 07 van programma 12 van organisatieafdeling 29 d.m.v. niet door het Rekenhof vooraf geviseerde ordonnanties te betalen binnen de perken van de begrotingskredieten, onder voorbehoud van opheffing van de bepalingen betrokken bij de organieke wet op de inrichting van het Rekenkof van 29 oktober 1846.