De heg kan meerdere vormen aannemen : gesnoeide haag, vrij groeiende haag, windscherm of beboste strook; 2° gesnoeide haag : heg
die op een bepaalde breedte en hoogte wordt geho
uden door regelmatige snoeibeurten ; 3° vrije haag : heg met een variabele hoogte en breedte waarvan de groei enkel ingeperkt wordt door een occasionele of periodieke snoeibeurt; 4° windscherm : vrije haag die bomen en struiken telt en door het aanplanten van meerd
ere rangen ...[+++] diep kan worden; 5° beboste strook : aanplanting van meerdere rangen die bomen en struiken bevat met een maximumbreedte van tien meter; 6° knotboom : boom waarvan de vorm gewijzigd wordt door het knotten van de stam en het regel- en stelselmatig snoeien van de scheuten; 7° houtwal : de aanplanting van één of meerdere rangen bomen of struiken, maximum tien meter breed, die via wortelsnoei onderhouden wordt; 8° boomgaard : aanplanting van voormalige hoogstammige fruitboomsoorten met een stam waarvan de minimumhoogte één meter tachtig bedraagt ; 9° bomenrij : bomen die op één enkele of in een dubbele rij staan ; 10° rang : rij struiken of bomen ; 11° Departement : het Departement Natuur en Bossen van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst ; 12° perceel : perceel opgenomen in het kadastraal plan ; 13° de Minister : de Minister van Natuur ; 14° entomofyle soort : plantensoort met bestuiving door insecten.