15. weist darauf hin, dass die Merkmale und naturgegebenen Beschränkungen der wenig besiedelten Regionen und der abgelegenen Gebiete, der Gebirgsregionen, der Gebiete mit geringer Bevölkerungsdichte , bei denen eine Abwanderung festzustellen ist, sowie die Regionen in Randlage und in äußerster Randlage anerkannt und angemessen berücksichtigt werden müssen; weist a
uf die zusätzlichen Schwierigkeiten dies
er Regionen bei der Bewältigung von Katastrophen hin; fordert eine besondere Beachtung dieser Regionen im Rahmen der verschiedenen verfügbaren Förderinst
rumente un ...[+++]d fordert konkret eine Flexibilisierung der Voraussetzungen für die Inanspruchnahme des Solidaritätsfonds durch diese Regionen; 15. onderstreept dat de natuurlijke kenmerken en beperkingen van afgelegen gebieden, berggebieden, weinig bevolkte gebieden en gebieden die leeglopen, perifere en ultraperifere regio's, eilanden, regio's met natuurlijke handicaps en regio's die aan verschillende risico's tegelijkertijd worden blootgesteld, erkend en naar behoren in aanmerking genomen moeten worden; vestigt de aandacht op de bijkomende moeilijkheden
die deze regio's ondervinden om rampen het hoofd te bieden; verzoekt om bijzondere aandacht te besteden aan deze regio's in de verschillende beschikbare financiële instrumenten, en vraagt om een versoepeling van de voorwaard
...[+++]en om middelen uit het Solidariteitsfonds vrij te maken voor deze regio's;