Art. 4 - Alle unter Art. 3, 9° bis 16° genannten Organe stellen dem Minister je eine doppelte Liste der effektiven und stellvertretenden Bewerber pro verliehenes Mandat vor.
Art. 4. Elke instantie bedoeld in artikel 3, 9° tot 16°, legt per toegewezen mandaat een dubbeltal van gewone en plaatsvervangende leden aan de Minister over.