Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «bestimmung sei kein » (Allemand → Néerlandais) :

Die klagende Partei bemängelt, dass in der angefochtenen Bestimmung einerseits keine ausreichende Frist vorgesehen worden sei, damit Bürger mit doppelter Staatsangehörigkeit ihre steuerlichen Verpflichtungen korrekt einhalten könnten, und andererseits nicht vorgesehen worden sei, dass die Vereinigten Staaten ihre Verpflichtungen zum gegenseitigen Austausch von Informationen einhielten.

De verzoekende partij verwijt de bestreden bepaling, enerzijds, niet te hebben voorzien in een toereikende termijn opdat de burgers met de dubbele nationaliteit hun fiscale verplichtingen correct kunnen nakomen en, anderzijds, niet erin te hebben voorzien dat de Verenigde Staten voldoen aan hun verplichtingen inzake een wederzijdse uitwisseling van gegevens.


Nach Darlegung der vor dem vorlegenden Rechtsprechungsorgan klagenden Parteien und der vor dem Gerichtshof intervenierenden Partei sei die fragliche Bestimmung keine Auslegungsbestimmung, sondern eine rückwirkende Bestimmung, die dazu diene, den zeitlichen Anwendungsbereich der Änderungen, die durch das Gesetz vom 14. Januar 2013 in Artikel 10 des Gesetzes vom 31. Dezember 1963 vorgenommen worden seien, auf die Beiträge auszudehnen, die für die Jahre 2006 bis 2012 geschuldet gewesen seien.

Volgens de verzoekende partijen voor het verwijzende rechtscollege en de tussenkomende partij voor het Hof zou de in het geding zijnde bepaling geen interpretatieve bepaling maar wel een retroactieve bepaling zijn die ertoe strekt het temporele toepassingsgebied van de wijzigingen die bij de wet van 14 januari 2013 werden aangebracht in artikel 10 van de wet van 31 december 1963, uit te breiden tot de bijdragen verschuldigd voor de jaren 2006 tot 2012.


Der vorlegende Richter möchte erfahren, ob Artikel 39 des Dekrets vom 21. Juni 2013 mit den Artikeln 10, 11 und 13 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikeln 84 (zu lesen ist: 133) und 144 und mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention vereinbar sei, insofern die fragliche Bestimmung keine Auslegungsbestimmung sei, sondern eine Abänderungsbestimmung mit Rückwirkung, die dazu diene, den Verlauf der anhängigen Verfahren zu beeinflussen, und durch keinerlei außergewöhnliche Umstände gerechtfertigt werde.

De verwijzende rechter wenst te vernemen of artikel 39 van het decreet van 21 juni 2013 bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 84 (lees : 133) en 144 ervan en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat de in het geding zijnde bepaling geen interpretatieve bepaling zou zijn, maar een retroactieve wijzigende bepaling die ertoe zou strekken de afloop van de hangende procedures te beïnvloeden en die door geen enkele buitengewone omstandigheid zou worden verantwoord.


Nach Darlegung der klagenden Partei sei die angefochtene Bestimmung keine Auslegungsbestimmung, sondern handele es sich um eine rückwirkende Bestimmung, die dazu diene, den zeitlichen Anwendungsbereich der Änderungen, die durch das Gesetz vom 14. Januar 2013 in Artikel 10 des Gesetzes vom 31. Dezember 1963 vorgenommen worden seien, auf die Beiträge auszudehnen, die für die Jahre 2006 bis 2012 geschuldet gewesen seien.

Volgens de verzoekende partij is de bestreden bepaling geen interpretatieve bepaling, doch betreft het een retroactieve bepaling die ertoe strekt het temporele toepassingsgebied van de wijzigingen die bij de wet van 14 januari 2013 werden aangebracht in artikel 10 van de wet van 31 december 1963, uit te breiden tot de bijdragen verschuldigd voor de jaren 2006 tot 2012.


Der Gerichtshof wird zur Vereinbarkeit der in Rede stehenden Bestimmung mit den Artikeln 10, 11 und 16 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention befragt, insofern darin keine Aussetzung der Verfallfrist der Umweltgenehmigung während der Anhängigkeit der Nichtigkeitsklage beim Staatsrat vorgesehen sei, während in Artikel 4.6.2 § 1 Absatz 2 des Flämischen Raumordn ...[+++]

Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij niet voorziet in een schorsing van de vervaltermijn van de milieuvergunning tijdens het beroep tot nietigverklaring bij de Raad van State, terwijl artikel 4.6.2, § 1, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat de vervaltermijn van een stedenbouwkundige vergunning wel wordt geschorst tijdens het beroep tot vernietiging bij de Raad voor Vergunningsb ...[+++]


Im sechsten Klagegrund führen die klagenden Parteien an, dass Artikel 44/7 Absatz 2 des Gesetzes über das Polizeiamt, eingefügt durch Artikel 16 des angefochtenen Gesetzes, nicht vereinbar sei mit den in B.7 angeführten Referenznormen und mit den Artikeln 10, 11 und 22bis der Verfassung in Verbindung mit Artikel 24 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte und mit den Artikeln 3, 16 und 40 des Übereinkommens über die Rechte des Kindes, indem durch diese Bestimmung ein Behandlungsunterschied eingeführt werde zwischen Minderjährigen je nachdem, ob sie jünger als vierzehn Jahre ...[+++]

In het zesde middel voeren de verzoekende partijen aan dat artikel 44/7, tweede lid, van de wet op het politieambt, zoals ingevoegd bij artikel 16 van de bestreden wet, niet bestaanbaar is met de in B.7 vermelde referentienormen en met de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 24 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met de artikelen 3, 16 en 40 van het Verdrag inzake de rechten van het kind, doordat die bepaling een verschil in behandeling in het leven roept tussen minderjarigen naargelang zij al dan niet jonger zijn dan veertien jaar, doordat die bepaling niet v ...[+++]


Überdies muss dieser Antrag spätestens innerhalb von drei Monaten nach der Veröffentlichung des Enteignungserlasses im Belgischen Staatsblatt eingereicht werden, was beinhaltet, dass diesbezüglich nicht bemängelt werden kann, dass in der fraglichen Bestimmung keine Frist vorgesehen worden sei oder dass es erlaubt würde, Anträge ohne zeitliche Begrenzung einzureichen.

Bovendien dient die aanvraag uiterlijk binnen drie maanden na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het onteigeningsbesluit te worden ingediend, hetgeen impliceert dat, in dat opzicht, de in het geding zijnde bepaling niet kan worden verweten dat zij niet voorziet in een termijn of dat zij toelaat dat aanvragen zonder beperking in de tijd worden ingediend.


Der vorlegende Richter befragt den Gerichtshof zu dem Behandlungsunterschied zwischen einerseits den Gemeinden, die der fraglichen Bestimmung unterlägen, die in den Kodex der lokalen Demokratie und der Dezentralisierung durch ein Haushaltsdekret eingefügt worden sei, dessen Folgen grundsätzlich zeitlich begrenzt seien, und das am Ende eines Dekretgebungsverfahrens angenommen worden sei, das keine Befragung der Gesetzgebungsabteilun ...[+++]

De verwijzende rechter stelt aan het Hof een vraag over het verschil in behandeling tussen, enerzijds, de gemeenten die zijn onderworpen aan de in het geding zijnde bepaling, die in het WWPDD is ingevoegd bij een begrotingsdecreet, waarvan de gevolgen in beginsel in de tijd zijn beperkt en dat wordt aangenomen na afloop van een decretale procedure waarbij de afdeling wetgeving van de Raad van State niet wordt geraadpleegd, en, anderzijds, de gemeenten die niet zijn onderworpen aan een decretale bepaling die in dezelfde omstandigheden is aangenomen.


Dem Gerichtshof wird eine Frage zur Vereinbarkeit von Artikel 22sexies des Gesetzes vom 17. Juli 1963 über die überseeische soziale Sicherheit in der durch Artikel 223 des Gesetzes vom 20. Juli 2006 abgeänderten Fassung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention gestellt, insofern in dieser Bestimmung bei der Anhebung des Pensionsalters von 55 auf 65 Jahre keine Übergangsregelung für den geschieden ...[+++]

Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag, van artikel 22sexies van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid, zoals gewijzigd bij artikel 223 van de wet van 20 juli 2006, in zoverre die bepaling bij de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd van 55 tot 65 jaar niet voorziet in een overgangsregeling voor de uit de echt gescheiden echtgenoot van een verzekerde, wanneer die laatste vóór 1 janua ...[+++]


Die vorgebrachten Beschwerdegründe laufen zusammengefasst hinaus auf einen Verstoß gegen: - den Gleichheitsgrundsatz, indem ein nicht gerechtfertigter Behandlungsunterschied eingeführt werde (1) zwischen den juristischen Personen des öffentlichen Rechts und den Privatpersonen, insofern die Erstgenannten von dem Verfahrensrisiko befreit würden, wenn sie im Allgemeininteresse aufträten, und insofern diese Befreiung nicht gegenseitig sei, was ebenfalls die Waffengleichheit verletze, (2) zwischen den Rechtsuchenden je nachdem, ob sie gegenüber einer Privatperson oder einer juristischen Person des öffentlichen Rechts obsiegen würden, (3) zwischen den Verfahrensparteien vor dem Staatsrat und vor den Zivilgerichten, insofern eine juristische Perso ...[+++]

De aangevoerde grieven komen samengevat neer op de schending van : - het gelijkheidsbeginsel, doordat een niet-verantwoord verschil in behandeling wordt ingesteld (1) tussen de publiekrechtelijke rechtspersonen en de privépersonen, in zoverre de eerstgenoemden worden vrijgesteld van het procesrisico indien zij optreden in het algemeen belang, en in zoverre die vrijstelling niet wederkerig is, hetgeen tevens afbreuk zou doen aan de wapengelijkheid, (2) tussen de rechtzoekenden, naargelang zij in het gelijk worden gesteld ten aanzien van een privépersoon of een publiekrechtelijke rechtspersoon, (3) tussen de procespartijen voor de Raad van ...[+++]


w