23. hebt hervor, dass sich der Anteil des Eisenbahnsektors am Güterverkehr seit 2001 in der EU der 25 stabilisiert hat, und dass die beste Leistung, abgesehen von den baltischen Staaten, denen ihre besondere geographische Lage und die Art der beförderten Güter zugute kommen, in den Mitgliedstaaten festgestellt werden kann, die als erste mit der Reform ihrer Bahnindustrie noch vor den Richtlinien der Kommission und der Öffnung des Marktes begonnen haben;
23. stelt vast dat het aandeel van het spoor op de vervoermarkt in de EU-25 zich sinds 2001 heeft gest
abiliseerd en dat – afgezien van de Baltische staten, die van hun zeer spec
ifieke geografische ligging en de aard van de getransporteerde goede
ren profiteren – de beste resultaten worden geboekt in lidstaten die, vooruitlopend op de communautaire richtlijnen en de openstelling van de markt, als eerste zijn begonnen met de hervormin
...[+++]g van hun spoorwegindustrie;